nieuws

Investeringen in varkenssector sterk gestegen in 2010

nieuws
In 2010 werden in totaal zo’n 3.600 dossiers ingediend bij het VLIF voor een bedrag van 625 miljoen euro aan investeringen. Vooral in de melkveesector, de glastuinbouw en ook in de noodlijdende varkenssector werd er fors meer geïnvesteerd dan tijdens het crisisjaar 2009. “Land- en tuinbouwers geloven nog in de toekomst”, aldus minister-president Peeters.
5 mei 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:59

In 2010 werden 3.600 dossiers ingediend bij het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) voor een bedrag van 625 miljoen euro aan investeringen. Vooral in de melkveesector, de glastuinbouw en ook in de noodlijdende varkenssector werd er fors meer geïnvesteerd dan tijdens het crisisjaar 2009. “Dit bewijst dat de land- en tuinbouwers nog geloven in de toekomst van hun sector”, aldus minister-president Kris Peeters.

Het jaar 2009 werd nog gekenmerkt door een wereldwijde crisis. “In 2010 zagen we de eerste tekenen van een economisch herstel, ook in de landbouwsector. Dat herstel blijkt duidelijk uit de investeringscijfers die zeer hoog waren”, zei Peeters tijdens de voorstelling van het VLIF-jaarverslag in het Vlaams-Brabantse Huldenberg. Volgens de minister-president is het duidelijk dat de schaalvergroting in de sector zich verder heeft doorgezet.

Vooral in de melkveesector is het duidelijk dat de bedrijven zich voorbereiden op het wegvallen van de melkquota in 2015. “Ook de stabiele en goede melkprijzen werkten investeringen in de melkveehouderij in de hand”, klonk het. In totaal werd een stijging in het aantal aanvragen voor investeringssteun genoteerd van 19 procent in vergelijking met 2009. Ook in de glastuinbouw, onder impuls van de hogere fruit- en groenteprijzen, werd fors meer geïnvesteerd: 15 procent meer aanvragen en 17 procent meer dan het investeringsvolume van 2009.

Opvallend is het groot aantal aanvragen van varkensbedrijven. Hoewel de sector door een zware crisis wordt getroffen, steeg het investeringsvolume in 2010 met 35 procent tegenover een jaar eerder. Vooral in zeugenbedrijven wordt er fors geïnvesteerd. In 2009 was dit nog 26,9 miljoen euro, maar een jaar later was dat al 41,7 miljoen euro, een stijging van maar liefst 55 procent. “Een mogelijke verklaring is dat er binnen de varkenssector een inhaalbeweging is ingezet na een jarenlange, door de overheid opgelegde, investeringsstop in het vorig decennium”, weet Peeters.

Volgens hem moest er dringend geïnvesteerd worden op vlak van milieu, sanitaire omstandigheden, dierenwelzijn en energie. “Ook de omschakeling naar groepshuisvesting is nog volop bezig.” Sinds twee jaar worden er milieukengetallen bijgehouden van de investeringsdossiers. Daaruit blijkt dat een groot deel van de totale toegekende VLIF-steun wordt verleend aan investeringen met een positief effect op het milieu. Voor 2010 is dit meer dan de helft van de toegekende steun, namelijk 53,2 procent wat een stijging is van 7,3 procent ten opzicht van 2009, staat te lezen in het jaarverslag.

Toch zijn er ook landbouwbedrijven die nog moeilijkheden ondervinden. “In 2010 werd er in het kader van het herstelplan een speciale maatregel uitgevaardigd om op de helft van de jaarlijkse operationele kosten op land- en tuinbouwbedrijven een rentetussenkomst van drie procent te geven. Daarnaast werd voor jonge land- en tuinbouwers een waarborg van 80 procent op een overbruggingskrediet van maximaal 90.000 euro voorzien”, zegt Peeters.

Een derde van de 370 aanvragers die een tussenkomst vroegen, waren bedrijven die actief zijn in de varkenssector. In totaal ging het om een kredietvolume van bijna 20 miljoen euro. Daarnaast werd eind 2010 ook 2,7 miljoen euro aan kapitaalpremies vervroegd uitbetaald aan varkenshouders. “Op deze manier konden we deze sector voorzien van tijdelijke liquiditeiten om deze moeilijke periode te overbruggen”, legt de minister-president uit.

Het aantal aanvragen voor uitstel van kapitaalaflossing liep terug in 2010 tot 16,2 procent, waar in 2009 nog een verdubbeling ten opzichte van 2008 werd vastgesteld. Dit jaar zien we dat die daling zich verder doorzet: de eerste vier maanden van 2011 nam het aantal aanvragen af met maar liefst 62 procent. Ook het aantal faillissementen van land- en tuinbouwbedrijven met kredieten met lopende VLIF-waarborg piekte in het crisisjaar 2009 tot 17 dossiers, maar hun aantal halveerde in 2010 tot het normale niveau van acht dossiers.

Het indienen van een VLIF-dossiers wordt vanaf nu ook een stuk eenvoudiger. De aanvraagprocedure is gewijzigd van een aanvraag in twee delen in één unieke aanvraag. Dit nieuwe aanvraagformulier is samen met een nieuwe informaticatoepassing ontworpen waardoor de landbouwer nog maar vier soorten informatie moet doorgeven: het landbouwernummer, het rijksregisternummer, de investeringscode en de wijze van financieren. In de nabije toekomst moet dit geïntegreerd worden in het e-loket.

“Landbouwers zijn geen fulltime boekhouders, daarom vinden wij het van primordiaal belang dat de zuiver administratieve lasten bij onze ondernemers beperkt worden zodat zij zich kunnen bezighouden met waar ze goed in zijn en met passie doen”, stelt de minister-president. De nieuwe manier van werken moet de gemiddelde doorlooptijd van een VLIF-dossier sterk inkorten. “Het Agentschap Landbouw en Visserij heeft zich geëngageerd om die doorlooptijd meer dan te halveren binnen de twee jaar”, aldus nog Peeters.

Meer foto's op het VILT-Facebookprofiel.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek