Hoe pijnlijk is natuurinrichting De Blankaart?
nieuwsVolgens Crevits bleek bij de start van het natuurinrichtingsproject dat de door het Inbo voorgestelde waterpeilen op dat helemaal niet haalbaar waren voor de plaatselijke landbouwbedrijven. Er werd dan ook bezwaar aangetekend tegen de hoge waterpeilen in het voorjaar, de zomer en het najaar. Dat zijn immers de seizoenen waarin de boeren actief zijn op het land. "Daarom werd beslist om het project in fasen uit te voeren", zegt Crevits. "In de eerste fase komt er een gedeeltelijke verhoging van het waterpeil in het gebied van de Blankaartvijver, dat al voor meer dan zestig procent eigendom is van Natuurpunt of de Vlaamse overheid".
In dit gebied zou het waterpeil enkel in de maanden december en januari gevoelig verhoogd worden. Tijdens de rest van het jaar zou de verhoging van het waterpeil "absoluut beperkt" blijven. "Daarmee wordt in zeer belangrijke mate tegemoet gekomen aan de verzuchting van de landbouwers. Bovendien kan van een tweede fase van het natuurinrichtingsproject pas sprake zijn als een betekenisvol aandeel van het gebied verworven is door ofwel de overheid ofwel Natuurpunt. Van een derde fase kan pas sprake zijn als de aanleg van de waterkering voltooid is", aldus Crevits.
Naast de fasering zitten in het raamakkoord over het project nog een aantal maatregelen die mee als doel hebben om de effecten voor de landbouwsector te beperken. Bij de aankoop van de laag gelegen gronden door Natuurpunt en de overheid wordt aan de verkoper boven op de verkoopsom een vergoeding van twintig procent uitbetaald. Sinds 2004 is voor de regio ook een grondenbank opgericht, die het mogelijk moet maken om gronden uit het Blankaartgebied te ruilen met landbouwgrond in de omgeving.
"Vandaag is 35 hectare uitgeruild en er is nog 46 hectare ruilgrond beschikbaar", weet de minister. "Op dit ogenblik is in totaal 438 hectare eigendom van Natuurpunt of de Vlaamse overheid. Alle aankopen gebeuren op vrijwillige basis. Verder worden er maatregelen genomen om schade aan aangrenzende percelen te voorkomen door een fijngeregelde stuw in gebruik te nemen, waardoor het afgesproken waterpeil veel nauwekeuriger kan gehandhaafd worden. De overtollige neerslag zal in de toekomst ook sneller afgevoerd kunnen worden. De hogere waterpeilen zullen daardoor beperkt kunnen worden tot de laaggelegen gronden".
Indien er toch sprake zou zijn van schade aan de naburige gronden, zal in het kader van het natuurinrichtingsproject een schadevergoeding uitbetaald worden. Dat zal dan gebeuren op basis van de gebruikswaarde die door de VLM toegekend wordt aan alle percelen. Volgens Crevits situeert het belangrijkste knelpunt voor de landbouwsector zich bij de bedrijven waarvan een deel van de huiskavel getroffen wordt door de verhoging van het waterpeil en bij bedrijven met een grote aaneengesloten oppervlakte binnen het projectgebied.
"In zulke gevallen is het bijna onmogelijk om vergoedingen te voorzien, omdat er sprake is van een blijvend effect. In dergelijke gevallen is het beter om te zoeken naar een oplossing waarbij je kunt uitruilen. Maar dan moet je natuurlijk een aaneengesloten oppervlakte ruilgrond vinden in de nabijheid van de bedrijfszetel. Dat zijn bijzonder delicate oefeningen", weet Crevits, die er wel van overtuigd is dat de meeste knelpunten op termijn zullen opgelost raken.
"We gaan in dit dossier niet sneller dan mogelijk. Natuurlijk hebben we een einddoel voor ogen, maar we moeten ervoor zorgen dat alles op een leefbare wijze kan gebeuren. Om die reden is er ook geen strakke einddatum vooropgesteld voor bijvoorbeeld de uitvoering van de derde fase van het project", besluit de minister.(KS)
