nieuws

Handleiding brengt volkstuin onder aandacht ambtenaren

nieuws
Vlaams volksvertegenwoordiger Ludo Sannen (sp.a) drukte minister-president Kris Peeters nogmaals op het hart dat er dringend nood is aan meer volkstuintjes in Vlaanderen. Peeters vindt vooral steden en gemeenten goed geplaatst om bij restgronden aan volkstuinen te denken. Om dat te stimuleren, wordt een handleiding voor stedenbouwkundige ambtenaren uitgegeven.
31 december 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:57

Vlaams volksvertegenwoordiger Ludo Sannen (sp.a) drukte minister-president Kris Peeters nogmaals op het hart dat er dringend nood is aan meer volkstuintjes in Vlaanderen. Peeters vindt vooral steden en gemeenten goed geplaatst om bij restgronden de reflex naar de aanleg van volkstuinen te maken. Om dat te stimuleren, wordt een handleiding voor stedenbouwkundige ambtenaren uitgegeven.

Volgens sp.a-parlementslid Ludo Sannen neemt de behoefte aan volkstuintjes toe, terwijl de voorzieningen erg beperkt zijn. “In vergelijking met onze buurlanden lopen we met amper 4.600 volkstuintjes flink achterop”, zegt Sannen. “Ter vergelijking: in Nederland zijn er 240.000 en in Duitsland één miljoen.”

Sannen acht volkstuintjes belangrijk als rustplaats en groene long in verstedelijkt gebied, als bijdrage aan sociale integratie en als middel tegen eenzaamheid en verzuring. “Naast het verhogen van het ‘bruto nationaal geluk’ hebben ze ook een beperkte economische waarde voor de hobbytuinders”, aldus Sannen.

In een studie van de UGent die voormalig minister-president Yves Leterme liet uitvoeren in 2007 werden de knelpunten opgelijst. “Zo is er het gebrek aan beschikbare gronden, een probleem dat wordt versterkt door de bedreiging van andere bestemmingsclaims die op bestaande volkstuintjes weegt, en het gebrek aan juridische context”, stelt de sp.a-er.

“Kwantitatieve eisen met betrekking tot het aantal volkstuintjes zijn niet de aangewezen oplossing”, antwoordt minister-president Peeters, “maar vanuit de Vlaamse regering kunnen we er wel voor pleiten dat het gepaste bestuursniveau - steden of gemeenten volgens de studie van de UGent - de reflex maakt om bij restgronden plaats te geven aan volkstuinen.”

Peeters deelt mee dat de beleidsaanbevelingen van de UGent-studie worden verwezenlijkt via een project dat in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) in 2009 en 2010 werd uitgevoerd door de Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning van de UGent en De Vlaamse Volkstuin vzw.

“Uit het voorlopig ontwerp van de studie blijkt dat er voldoende bestemmingen bestaan die een uitbating van volkstuintjes toelaten en ook op lange termijn garanderen.” Als voorbeelden noemt Peeters onder meer parkgebieden, bufferzones en recreatiegebieden. “Voorzien in een nieuwe planologische bestemming is niet noodzakelijk”, aldus Peeters, “er is voldoende soepelheid binnen de voornoemde bestemmingen om volkstuintjes toe te laten.”

Omdat de kennis en de aandacht voor volkstuinen bij de gemeentebesturen niet altijd aanwezig zijn, werd in het kader van het project een handleiding opgesteld voor gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren. De bedoeling van de handleiding is om nieuwe projecten voor volkstuincomplexen op de sporen te zetten of om bedreigde volkstuinen te beschermen.

De handleiding bestaat uit vier grote onderdelen met betrekking tot wat belangrijk is voor een volkstuin: de behoeftebepaling, het zoeken naar een geschikte locatie, de inrichting van een volkstuin en het beheer van een volkstuin. “Voor de aanleg van nieuwe volkstuincomplexen kunnen gemeente- en stadsbesturen tevens een beroep doen op de begeleiding van De Vlaamse Volkstuin vzw”, geeft Peeters nog mee.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek