Groene energie is goed voor Zweedse portemonnee
nieuwsZe rijdt zelf met een grijze Opel Zafira op biogas. "Wachten bij het tankstation betekent dat steeds meer mensen mijn voorbeeld volgen en op lokaal afval rijden". Autoverkopers in de regio kunnen volgens haar nauwelijks voldoen aan de vraag naar de speciale modellen.
Tien jaar geleden waren het vooral vee en graan die in deze landbouwstreek in het oosten van Zweden geld in het laatje brachten. Tegenwoordig duiken tussen de uitgestrekte tarwevelden windmolens en fabrieken op. De vijfhonderd bedrijven in de regio hebben één ding gemeen: ze pikken allemaal een graantje mee van de toenemende aandacht voor een schoner milieu. "Deze regio is het schoolvoorbeeld van succesvol investeren in groene energie"', zegt Mats Eklund, professor industriële milieutechniek aan de Universiteit van Linköping. "Vroeger was 'milieu' een woord dat symbool stond voor geldverslindende projecten. Sinds kort zien we de economische mogelijkheden en potentiële werkgelegenheid als gevolg van milieuinvesteringen". De groene industrie is inmiddels goed voor een omzet van 24 miljoen euro en biedt werk aan negentigduizend mensen.
Rond de processor van Svensk Biogas hangt een geur van verrotting. Hier worden de tarweresten gerecycleerd die de nabijgelegen ethanolfarbriek niet gebruikt. Na een rottingsproces van veertig dagen blijft er zwavellucht en vloeibaar biogas over. Het bedrijf heeft nog een processor in een stadje in de buurt. Die werd tien jaar geleden opgestart om op een creatieve manier slachtafval te verwerken. Methaan uit koeienmagen wordt omgezet in biogas. Inmiddels rijden hier de stadsbussen, taxi's, vuilniswagen en zelfs een trein die de twee steden Linköping en Norrköping met elkaar verbindt op biogas.
"We begonnen met een handjevol klanten die geïnteresseerd waren in biogas. Inmiddels hebben we er duizend en moeten we de productie verdubbelen", zegt Marie Phillstrijm van Svensk Biogas. De groene bedrijven zijn geconcentreerd op één plaats omdat ze in hoge mate van elkaar afhankelijk zijn. De biogasfabriek zet het restafval om in mest voor de boeren in de omgeving. Deze verkopen een deel van hun oogst aan de ethanolfabriek die op zijn beurt weer voor de biogasgrondstoffen zorgt.
De landbouwwerktuigen rijden bovendien op lokaal geproduceerde biodiesel. Een afvalverwerkend bedrijf haalt bij alle restaurants in de regio het frituurvet op en levert dit af bij de biodieselfabriek Ageratec. "In principe kun je alle soorten vet nog een keer gebruiken, dan is het toch dom om dat niet te doen?", vindt directeur David Frykerås. De biodiesel kost veertien cent per liter en is minder vervuilend dan gewone diesel.
Het bedrijf richt zich ook op de ontwikkeling van biodieselprocessors, en ziet grote exportmogelijkheden. "Met een eigen processor zijn Afrikaanse dorpen niet afhankelijk van invloeden van buiten af. Er zijn bovendien verschillende niet-eetbare planten die zich uitstekend lenen voor de productie van biodiesel". Zes Rwandezen volgen momenteel een ingenieursopleiding zodat ze de machines kunnen onderhouden.
"Inzetten op de groene economie is in Zweden een duidelijke politieke keuze geweest", weet professor Eklund. Het land heeft als doel in 2020 volledig onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen en is de afgelopen jaren zeven procent minder gaan vervuilen. "De wil om het goed te doen is er zeker. Maar het belangrijkste is wel dat mensen nu zien dat er geld te verdienen valt aan het milieu".(KS)