FAO vraagt betere bestrijding van dierziekten
Regeringen kunnen miljoenen uitsparen door meer aandacht te besteden aan dierziekten, waarvan er sommige ook een gevaar betekenen voor de menselijke gezondheid. Alleen al door een betere controle en door preventieve maatregelen kunnen landen uitbraken van dierziekten voorkomen, meent de Wereldvoedselorganisatie FAO. Het VN-programma 'One Health' moet de bestrijding van dierziekten kracht bijzetten.
De economische schade die de uitbraak van een dierziekte met zich meebrengt, wordt door de FAO geïllustreerd aan de hand van de uitbraken van mond- en klauwzeer (MKZ) in Groot-Brittannië en van Sars in China. MKZ kostte de Britse schatkist tussen 19,3 en 23,2 miljard euro en Sars betekende voor China, Hong Kong, Singepore en Canada een schadepost van 23,2 tot 38,7 miljard euro.
Het VN-agentschap waarschuwt dat klimaatverandering en een groeiende wereldhandel nieuwe uitdagingen stellen aan de bestrijding van dierziekten. De toenemende verstedelijking in ontwikkelingslanden en een sterk stijgende vraag naar vlees, melk en eieren, vraagt een grote inhaalbeweging van de plaatselijke veehouderij, wat het risicio op dierziekten vergroot.
Door de groeiende wereldbevolking verkleint de ruimte die natuur- van landbouw- en woongebied scheidt. Dat vergroot het risico op een overdracht van ziekten tussen wilde dieren en landbouwdieren, wat voor die eerste een gevaar kan betekenen voor de overleving van een ganse soort. Anderzijds bedreigt dit contact ook de gezondheidstoestand op veehouderijen en vormen wilde dieren die hun habitat uitbreiden naar stedelijke omgevingen, nieuwe bedreigingen voor de volksgezondheid. Zo kunne vossen die de steden opzoeken, besmet zijn met hondsdolheid.
Om nieuwe pathogenen sneller te ontdekken en te bestrijden, ontwikkelde de FAO, in samenwerking met de OIE (World Organisation for Animal Health) en de WHO (World Health Organisation), een nieuwe strategie tegen dierziekten. Het VN-initatief kreeg de naam 'One Health' en stippelt een vijfjarig programma uit. Investeringen in het programma zullen in de eerste plaats tot gerichte acties leiden in gebieden die erg kwetsbaar zijn voor de uitbraak en verspreiding van besmettelijke dierziekten: Zuid-, Zuidoost en Centraal-Azië, Latijns-Amerika en de Caraïben.
Bijzondere aandacht zal uitgaan naar crisiscommunicatie op alle niveaus. Snelle waarschuwingssystemen moeten ingang vinden, ziekteverwekkers in diervoeding en natuurlijke hulpbronnen moeten opgespoord worden en veterinaire praktijken moeten versterkt worden voor het onderzoek naar en de behandeling van dierziekten. In het VN-programma zal ook aandacht uitgaan naar de sociale en economische impact van dierziekten.
