Expansie Antwerpse haven klap voor aanpalende polders
nieuwsBijna een jaar geleden werd een ontwerp plan-MER voorgelegd aan de betrokken actoren. Daarin werden twee alternatieven onderzocht ten opzichte van de referentiesituatie. Voor het zogeheten inbreidingsalternatief moest zo'n 50 hectare bijkomende landbouwgrond opgeofferd worden, terwijl in het uitbreidingsalternatief sprake was van 960 hectare. "Daarbij zweeg het plan-MER in alle talen over nog eens 960 hectare landbouwgrond die moet ingepalmd worden om de referentiesituatie te bereiken", zegt Boerenbond-medewerker Peter Van Bossuyt.
Uit de discussies werd snel duidelijk dat zowel het havenbestuur als de overheid opteerden voor het uitbreidingsalternatief. "In samenspraak met de plaatselijke landbouwers hebben we dan zelf een plan uitgewerkt. Concreet kwam dat neer op een afslanking van het uitbreidingsalternatief, waarbij we er vooral naar streefden om zoveel mogelijk toekomstgerichte landbouwbedrijven te sparen", zegt Van Bossuyt. In maart trok Boerenbond een eerste keer met het plan naar minister-president Kris Peeters. Daarna werd overlegd met het havenbestuur en de stad Antwerpen.
"We gaan geen victorie kraaien, maar niettemin werden diverse pijnpunten verzacht. Door het optimaliseren van de afbakening kan zo'n honderd hectare landbouwgrond definitief gespaard worden. De Muggenhoek en de Arenbergpolder blijven minstens tot 2025 agrarisch gebied", aldus Van Bossuyt. Ook de landbouwbedrijven die binnen de afbakening van het havengebied komen te liggen, krijgen de kans om verder normale investeringen te doen zolang er geen beslissing genomen wordt over de verdere invulling van de nieuwe bestemming.
Boerenbond maakt zich vooral nog zorgen over het Opstalvalleigebied op de rechteroever. Voor dat gebied werd al een fasering van inrichting uitgewerkt. "We hebben er nog eens op aangedrongen om evaluatiemomenten te voorzien, waarbij nagegaan wordt in hoeverre de natuurdoelstellingen nog niet gehaald zijn zonder dat de geplande laatste fase ingericht wordt", aldus Van Bossuyt, die er tot slot ook op wijst dat in de plannen een visie op de mobiliteit in en rond de landelijke dorpen in de omgeving van de haven ontbreekt.(KS)