Europa blijft terrein prijsgeven op zuivelmarkt

Het aandeel van de EU op de wereldmarkt voor zuivelproducten daalt de komende tien jaar. Dat geldt vooral voor boter en magere melkpoeder, terwijl de Europese kaashandel wel stand zou houden. Nieuw-Zeeland en Australië zullen hun positie als belangrijkste zuivelexporteurs consolideren. In Azië blijft de vraag naar zuivel de komende jaren stijgen, en dat geldt zeker ook voor Rusland en de Arabische wereld. Dat blijkt uit marktprognoses van de EU-Commissie op basis van eerdere rapporten van de Oeso, de FAO, het Fapri en in mindere mate het Amerikaanse landbouwministerie.

Het directoraat-generaal Landbouw van de Europese Commissie verwacht dat de productie van melk en andere zuivelproducten het komende decennium met zo'n twintig procent toeneemt. De wereldhandel zou met een derde groeien. De hoge zuivelprijzen van vorig jaar houden geen stand. In vergelijking met de prijzen van 2007 moet de prijs van melkpoeder de komende vijf jaar gradueel 30 procent inleveren. Voor kaas wordt een prijsdaling van 13 procent verwacht.

In de vleesbranche groeit Brazilië de komende tien jaar uit tot veruit de belangrijkste netto-exporteur. De mondiale vleesproductie en -consumptie zouden jaarlijks met bijna twee procent toenemen, tot 327 miljoen ton in 2017. Van de exporttoename neemt Brazilië 51 procent voor haar rekening. Het Braziliaanse aandeel in de wereldwijde uitvoer van rund- en kippenvlees zal in 2017 bijna 50 procent bedragen. Momenteel scoren die marktaandelen respectievelijk 25 en 37 procent. De vleesinvoer van groeilanden zoals China en India blijft eerder bescheiden. Deze landen zullen voor het grootste deel in hun eigen vleesconsumptie kunnen blijven voorzien.

Binnen tien jaar is de Europese Unie de grootste netto-importeur van suiker. Momenteel ligt de suikerconsumptie in de EU al hoger dan de productie, waardoor ongeveer anderhalf miljoen ton moet ingevoerd worden. Tegen 2017 zal dat cijfer oplopen tot bijna 4,5 miljoen ton, luidens de prognoses van de Commissie. Die trend is uiteraard het gevolg van de recente hervorming van de Europese suikerindustrie.

De Commissie verwacht dat de mondiale suikerconsumptie de komende tien jaar sterker zal stijgen dan de productie, met slinkende voorraden en stijgende prijzen tot gevolg. Als grootste exporteur zal vooral Brazilië hiervan profiteren. De Brazilianen zullen in 2017 goed zijn voor ongeveer zestig procent van de wereldwijde export. Tegelijk zal een groeiend aandeel van de suikerrietopbrengst gebruikt worden voor de productie van bio-ethanol.

Het volgende decennium zou de wereldwijde opbrengst van tarwe stijgen van 603 tot 688 miljoen ton, een gevolg van een uitbreiding van het areaal en hogere opbrengsten per hectare. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de belangrijkste productielanden weer helemaal op koers raken na een reeks tegenvallende oogsten. De vraag naar tarwe blijft structureel stijgen als gevolg van de bevolkingsgroei in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. In 2017 zou maar liefst 107 miljoen ton graan op de wereldmarkt verhandeld worden. Verwacht wordt dat de tarweprijzen lichtjes zullen dalen, maar op een hoog niveau blijven. De komende tien jaar zouden ze gemiddeld 75 procent hoger uitvallen dan het voorbije decennium.

Wat maïs betreft, wordt sinds 2003 een versnelling van de mondiale consumptie vastgesteld. Die is te wijten aan de gestegen invoer in landen zoals China en Mexico, en aan de productie van bio-ethanol in de VS. De hoge maïsprijzen die er het gevolg van zijn, hebben de boeren aangemoedigd om het wereldwijde areaal uit te breiden tot inmiddels 157 miljoen hectare. In 2017 zou de maïsoppervlakte 163 miljoen hectare kunnen bedragen. Productie en consumptie zullen dan oplopen tot ongeveer 896 miljoen ton.(KS)

Meer informatie: Agricultural Commodity Markets Outlook 2008-2017 (pdf)