Enkele lidstaten blokkeren hervorming voedselhulp in EU

Door een recent oordeel van het Europees Hof van Justitie zijn voedselaankopen op de vrije markt niet meer toegestaan voor het Europese voedselhulpprogramma. "Dat blijft tot nader order voortbestaan, maar zal te maken krijgen met jaarlijks variërende en wellicht kleinere budgetten", verklaart Vlaams minister-president Kris Peeters. Op Europees niveau blokkeert een minderheid van lidstaten een hervorming.

"Een eerste mogelijke oplossing zou bestaan in een beperkte hervorming van het huidige programma, waarbij aankopen op de vrije markt juridisch verankerd zouden worden in de wetgeving", zegt Peeters. De Europese Commissie deed in 2008 en in 2010 een voorstel in deze richting. Tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap is geprobeerd om vooruitgang te boeken in dit dossier, maar het voorstel botst nog steeds op een blokkeringsminderheid in de Raad van Ministers.

Een andere mogelijke oplossing bestaat erin het programma te verhuizen van het Europees landbouwbeleid naar het Europees sociaal beleid, zoals de Commissie voorstelt in het kader van het nieuwe meerjarig financieel kader van de EU. "Voor deze wijziging is echter unanimiteit vereist in de Raad van Ministers, wat onhaalbaar lijkt gezien de politieke tegenstand van enkele lidstaten", antwoordt Peeters op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer (CD&V).

De grote meerderheid van de lidstaten steunt echter de Vlaamse vraag. Zo werd op de Raad van Europese landbouwministers van 28 juni een brief ter ondersteuning van het programma ondertekend door 16 lidstaten (België, Bulgarije, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Spanje). Een minderheid van lidstaten is echter sterk gekant tegen dit programma. Zolang zij het voorliggende hervormingsvoorstel blijven blokkeren, vreest Peeters dat de mogelijkheden voor hervorming op Europees niveau beperkt zijn.

"In ons land alleen al zijn er 200.000 begunstigden die van het programma genieten en ruim 40 procent van het aanbod van onze voedselbanken komt uit deze bron. Het voortbestaan ervan is dus uitermate belangrijk voor de meest behoeftigen in onze maatschappij", drukt De Meyer zijn bezorgdheid uit.