nieuws

Eerste supermarkt opende 50 jaar geleden de deuren

nieuws
Een halve eeuw geleden opende in Elsene de eerste supermarkt van continentaal Europa de deuren. De toenmalige directeur herinnert het zich levendig. "Mensen waren het gewoon van bediend te worden. Voorverpakt vlees vertrouwden ze niet", zegt Albert De Backer in De Morgen. "Alles was nieuw, we moesten alles zelf uitzoeken. Boerenbond kwam kippen verkopen. Want kippen aan het spit steken in een winkel, dat was nog niet eerder vertoond".
20 december 2007  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:40
Een halve eeuw geleden opende in Elsene de eerste supermarkt van continentaal Europa de deuren. De toenmalige directeur herinnert het zich levendig. "Mensen waren het gewoon van bediend te worden. Voorverpakt vlees vertrouwden ze niet", zegt Albert De Backer in De Morgen.

In Frankrijk trok politiek links scherp van leer tegen die 'veramerikanisering' van onze maatschappij, in ons land ging de middenstand om economische redenen in het verzet. Maar op de steun van minister van Middenstand Paul Vanden Boeynants hoefde ze niet te rekenen. Albert De Backer (91) lacht hartelijk als we peilen naar de sfeer van die begindagen. "Dat was geweldig, dat kunt u zich niet voorstellen. Alles was nieuw, we moesten alles zelf uitzoeken. De plasticfabriek Sidac in Gent stuurde personeel om kaas en vlees voor te verpakken, Boerenbond kwam kippen verkopen. Want kippen aan het spit steken in een winkel, dat was nog niet eerder vertoond".

Geen mens die geloofde dat die Amerikaanse manier van winkelen hier zou aanslaan. Moeder de vrouw was te zeer gewend aan de winkel om de hoek waar ze bediend werd, meenden de non-believers. Maar de supermarkt die Delhaize op 18 december 1957 opende aan het Flageyplein in Elsene, de eerste met volledige zelfbediening in continentaal Europa, bestaat vandaag nog. Ook de bejaarde Albert De Backer woont nog in Elsene, samen met zijn vrouw, met wie hij de winkel beheerde. "Nadien hebben wij nog vijf supermarkten geopend. De laatste was de Delhaize Boondael in Elsene, waar we nog steeds onze inkopen doen".

Hoe groot de scepsis ook was, op beelden van toen is te zien dat het bij de opening van de Flageysupermarkt zwart zag van het volk. "Daar waren veel curieuze neuzen bij," herinnert Albert zich. De vroegere kruideniergangers moesten bewerkt worden. "Niemand geloofde dat het zou werken. Mensen moesten ervan overtuigd worden een karretje te nemen en de producten zelf uit de rekken te halen. Zij die naar goede gewoonte zeiden dat ze 'morgen' gingen betalen, verwezen we nu vriendelijk naar de kassa. Van het voorverpakte vlees dacht men dat het vlees was waar we snel van af wilden raken. Geloof me, er hing veel commentaar tussen de rekken", lacht Albert.

Maar de aanvankelijke scepsis ebde snel weg. Een jaar later volgde ook Grand Bazar en in Luik opende Delhaize zijn tweede supermarkt. Wie niet volgde, kreeg klappen. Sarma bijvoorbeeld, dat later door een grotere keten werd opgeslokt. De klant viel voor die moderne stijl van winkelen. Het waren de jaren van optimisme en vooruitgang, van de Expo van '58 en de golden sixties. Koelkasten deden hun intrede en die moesten worden gevuld.

Maar de lokale middenstand kon niet lachen met de komst van de supermarkt. Die luidde het begin van het einde in van de kruidenierswinkel. Eind jaren dertig had de middenstand de politieke klasse onder druk kunnen zetten om een wet te stemmen die het aantal grote winkels beperkte. Maar uitgerekend de toenmalige minister van Middenstand, wijlen Paul Vanden Boeynants, maakte daar korte metten mee. "Hij geloofde in de supermarkt als motor voor economische ontwikkeling en tewerkstelling", zegt historicus Emmanuel Collet, die de geschiedenis van de supermarkt voor Delhaize in kaart bracht.

Er was, vooral uit linkse hoek, ook kritiek op die veramerikanisering van onze samenleving, die gepaard ging met een uniformisering van zeden en gewoonten en een toenemend materialisme. In België klonk die kritiek volgens Collet minder luid dan in Frankrijk, met zijn sterke communistische partij. "Het waren de jaren van het Marshallplan. Men zag de supermarkt als de incarnatie van de Amerikaanse dominantie". Intussen ziet Albert De Backer dankzij zijn gezegende leeftijd de ironie van de geschiedenis aan het werk. "Men keert terug naar kleinere warenhuizen, naar het model van het filiaal uit de jaren vijftig aan Flagey, dichter bij de mensen. De klant heeft altijd gelijk".(KS)

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek