EU klaar voor WTO-onderhandelingen over landbouw
nieuwsIn het kort omvat het voorstel de volgende elementen: *Markttoegang. Wat douanetarieven betreft, past de EU dezelfde aanpak toe als bij de Uruuayronde: een gemiddelde verlaging voor alle geconsolideerde rechten en een minimale verlaging per tariefpost. Voorts stelt de EU regels voor een beter beheer van de tarief-contingenten voor. Ten slotte wenst zij een soortgelijk instrument als de huidige bijzondere vrijwaringsclausule te handhaven. Voor de kwaliteitsproducten wenst de EU een betere juridische bescherming (geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen), betere voorlichting van de consument via een passende etikettering en eerlijke concurrentie.
*Concurrentie bij de uitvoer. De EU is bereid over nieuwe verlagingen van de uitvoerrestituties te onderhandelen op voorwaarde dat andere vormen van uitvoersteun die de concurrentie kunnen vervalsen (gesubsidieerde uitvoerkredieten, misbruik van voedselhulp en praktijken van staatshandelsbedrijven, eveneens worden gereglementeerd.
*Interne steun. Er kan over nieuwe verlagingen worden onderhandeld op voorwaarde dat verder wordt gewerkt met de begrippen "bleu box" (steun in het kader van programma's voor productiebeperking) en "green box" (maatregelen die de productie en het handelsverkeer nauwelijks beïnvloeden). De EU stelt ook voor een specifieke regeling toe te passen voor bepaalde subsidies die momenteel worden gerekend tot de "amber box" (compensaties voor de schommelingen van de marktprijzen) en die een opdrijvend effect hebben op de uitvoer (bijvoorbeeld de Amerikaanse "loan deficiency payments").
*Niet-commerciële aspecten. De multifunctionele rol van de landbouw moet volledig worden erkend en de EU stelt voor maatregelen voor milieubescherming, dynamisering van het platteland en armoedebestrijding op te nemen in de overeenkomst inzake de landbouw. Met de bezorgdheid en de legitieme verwachtingen van de consumenten wat voedselveiligheid betreft moet rekening worden gehouden door middel van passende maatregelen, met inbegrip van toepassing van het voorzorgsbeginsel. De EU stelt voor om in WTO-verband te verduidelijken hoe dit beginsel kan worden toegepast. Tevens stelt zij voor dat etiketteringssystemen om de consument beter over de productie en verwerking van de producten voor te lichten op adequate wijze door de WTO worden gereglementeerd. Ten slotte denkt de EU aan drie mogelijkheden om te voorkomen dat liberalisering van de handel de inspanningen ten behoeve van het dierenwelzijn in gevaar brengt: a) een internationale overeenkomst, b) een passende etikettering en c) geen verlagingsverbintenissen voor steun die wordt toegekend als compensatie voor strengere normen.
*Ontwikkelingslanden: een bijzondere en gedifferentieerde behandeling. De EU wil doorgaan met de op niet-werderzijdse commerciële pereferenties gebaseerde aanpak die zij reeds toepast via bijvoorbeeld haar overeenkomsten met de ACS-landen. Zij stelt voor dat de ontwikkelde landen en de rijkste ontwikkelingslanden aanzienlijke commerciële preferenties toekennen aan de ontwikkelingslanden, en vooral aan de minst ontwikkelde daarvan. De EU is ook voorstander van enige flexibiliteit voor de ontwikkelingslanden als het gaat om de toekenning van interne steun voor een zekere voedselvoorziening, plattelandsontwikkeling en armoedebestrijding. Ten slotte nogdigt de EU de ontwikkelde landen uit meer steun te verlenen voor alle mogelijke vormen van duurzame ontwikkeling en voedselhulp uitsluitend in de vorm van schenkingen te verlenen.