"Duurzame visserijvormen mogelijk tussen windmolens"
nieuwsIn het Belgisch deel van de Noordzee verschijnen een aantal windmolenparken. De sleepvisserij (met boomkor) kan deze gebieden om evidente redenen niet (meer) bevissen. Maar voor andere types van visserij, namelijk passieve visserij en maricultuur, dienen er zich in theorie nieuwe kansen aan. Dat staat in een rapport van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO).
In het Belgisch deel van de Noordzee is momenteel 3.500 km² gereserveerd voor visserijactiviteiten. Het aantal visgronden neemt af zodat maar op 0,5 procent van de totale Noordzee gevist wordt. Vijf gebieden met een totaal van 120 km² (zowat 17.000 voetbalvelden) zijn afgebakend als concessiezone voor windmolens. Dat betekent dat bijna vier procent van het totale bevisbare deel wordt ingepalmd door windmolenparken.
Internationale richtlijnen inzake scheepvaart en/of visserij in dergelijke offshore windmolenparken zijn niet voorhanden. Elk land kan zelf bepalen hoe het de veiligheid en mariene exploitatie in deze gebieden regelt. In België bereidt de federale overheid een Koninklijk Besluit voor met veiligheidsvoorschriften. In de studie van het Instituut voor Landbouw en Visserij worden de opportuniteiten en gevaren afgewogen van een scenario waarin bepaalde ‘zachte’ vormen van visserij in synergie zouden bestaan met windmolenexploitatie.
Recente observaties tonen dat windmolenparken fungeren als een kunstmatig rif dat druk bevolkt wordt door een aantal vissoorten. De populaties van zeebaars, noordzeekrab en kreeft gedijen er opvallend goed. Kleinschalige passieve visserij, zonder bodemberoering is volgens de ILVO-experten mogelijk op een duurzame en ecologische wijze. In het onderzoek werd gepeild naar risico’s op ongevallen met manoeuvrerende vissersvaartuigen en naar mogelijke problemen met de kabels op de zeebodem.
Ook de Vlaamse aquacultuur op zee (schelpdier- en wierkweek), die niet meteen bijkomende kweekgebieden mag verwachten wegens het drukke gebruik van de Noordzee, zou tussen de windmolens een interessante vestigingsplaats kunnen vinden. Tenslotte is er ook potentieel voor een open zeeboerderij, een vorm van maricultuur zonder fysieke barrières, gecombineerd met passieve visserij als oogstmethode.
ILVO besluit dat de (toekomstige) windmolenparken een aanzienlijke oppervlakte en een interessante ligging hebben, waar diverse duurzame visserij-experimenten zouden kunnen plaats vinden zoals passieve visserij, maricultuur, open zeeboerderijen, mosselkweek of monitoring.
Controle op de toegang lijkt in elk geval een noodzaak. Volgens de onderzoekers kunnen eventuele visserij- en maricultuuractiviteiten binnen een windmolenpark gekoppeld worden aan een systeem van licenties met opgelegde eisen waarbij alle vergunde vaartuigen uitgerust zijn met een tracking systeem. Goede voorafgaande afspraken en onderling overleg met alle betrokkenen en met het beleid acht ILVO noodzakelijk.
Op 30 juni 2011 wordt het rapport voorgesteld en besproken tijdens een halfdaags seminarie. Beleidsverantwoordelijken, vissers, concessiehouders van windmolenparken en experten uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk geven hun visie ter zake.
Klik hier voor meer praktische info over het seminarie op 30 juni.