Doen Angolese verkiezingen landbouw weer opbloeien?
nieuwsNiet alleen de grote bananenproducenten plannen investeringen op het Angolese platteland. De Braziliaanse bouwondernemer Odebrecht is van plan om een pak geld te pompen in de suiker- en ethanolsector, terwijl verwacht wordt dat andere buitenlandse bedrijven de komende jaren miljoenen dollars zullen investeren in de Angolese koffie-, suiker-, cichorei- en palmolie-industrie. "Het enige wat ik kan zeggen, is dat er massale belangstelling is. Veel Amerikaanse, Europese en Aziatische ondernemingen hebben mijn deur platgelopen omdat ze willen investeren in ons land", zegt Carlos Abrantes, die zich bezighoudt met plattelandsontwikkeling in de westelijke provincie Benguela.
Angola was ooit wereldwijd de vierde belangrijkste koffieproducent en een belangrijke exporteur van suikerriet, bananen en katoen. Maar nadat het land in 1975 onafhankelijk werd van Portugal, stortte het zich in een 27 jaar durende burgeroorlog die de boeren naar de steden gedreven heeft. De verkiezingen van 1992 leidden opnieuw tot politiek geweld, maar intussen is de rust eindelijk teruggekeerd in Angola. Dankzij de olie-uitvoer is het land momenteel één van de snelst groeiende economieën in Afrika.
Vooralsnog is het Angola er echter niet in geslaagd om ook de landbouw weer te lanceren, waardoor meer dan de helft van het geconsumeerde voedsel moet geïmporteerd worden. De hoge voedselprijzen en de hoge werkloosheidsgraad hebben ertoe bijgedragen dat de regering naarstig op zoek is naar buitenlandse investeerders die brood zien in de Angolese agro-industrie. "De landbouw is een sleutelsector aangezien die voor werkgelegenheid en extra groei-impulsen voor de economie in zijn geheel kan zorgen", aldus Joaquim Duarte van het landbouwministerie.
Momenteel bewerken de boeren in Angola minder dan tien procetn van het 35 miljoen hectare tellende landbouwareaal. Nieuwe infrastructuurprojecten moeten de landbouwers aanzetten om in de toekomst meer te gaan produceren. Zo zal het platteland beter ontsloten worden door de aanleg van treinverbindingen naar de hoofdstad Luanda. Manuel Monteiro weet welke impact dit kan hebben. Deze boer profiteert van de spoorweg die werd aangelegd tussen Vale do Cavaco en Luanda, dat zich 400 kilometer verderop bevindt.
"Enkele jaren geleden had ik niet meer dan een klein lapje grond. Maar nu laat ik op jaarbasis 4.000 ton bananen transporteren naar Luanda en binnen twee jaar wil ik dat cijfer nog eens verdubbelen", zegt Monteiro, die voorlopig wel een uitzondering is op de regel. 98 procent van de Angolese boeren produceert immers uitsluitend voor zelfvoorziening. "We staan aan het begin van een landbouwrevolutie. We hebben nieuwe spelers nodig die de Angolese boeren de nodige technologie en knowhow bijbrengen".
De meeste investeerders kijken nog even de kat uit de boom tot na de parlementaire verkiezingen van 5 september. "Sommigen vrezen dat de verkiezingen net zoals in Kenia en Zimbabwe voor een nieuwe opstoot van geweld zullen zorgen. Als de kiesstrijd vlekkeloos verloopt, zullen we overdonderd worden door investeringsprojecten", gelooft Jose Lopes van de Angolese centrale bank. Analisten verwachten dat de regerende MPLA-partij in het zadel blijft.
Intussen belooft premier Fernando Dias dos Santos dat de verkiezingen in geen geval zullen leiden tot oorlog. "De Angolezen hebben de voorbije jaren te veel geleden onder de burgeroorlog. Ze zijn het geweld beu". Voor Vilomba staat er veel op het spel. Maar zelfs als de bananenreuzen zich nestelen op zijn land is de kans groot dat hij zal kunnen blijven boeren. De Angolese wet verplicht buitenlandse investeerders immers om onteigende boeren ofwel op te leiden en tewerk te stellen ofwel om ze aan grond te helpen op een andere locatie.(KS)