"Deel van aardappelen kan niet gerooid worden"
nieuwsDrie- tot vierduizend hectare aardappelen, ruim 30.000 hectare maïs en meer dan 40.000 hectare bieten zitten momenteel nog in de grond te wachten om gerooid te worden. Maar door de zware regenval van de jongste dagen kunnen de landbouwmachines niet meer op het veld. De loonwerkers doden hun tijd met het onderhoud van de machines en de landbouwers dreigen het jaar 2000 met een zwaar negatief financieel saldo te eindigen.
Vooral de streek rond Poperinge is zwaar getroffen. "In die streek staat 70 à 75 procent van de aardappelen en de maïs nog in het veld", zegt Busschaert. "In de regio Oudenaarde is dit ongeveer 30 procent, op nationaal vlak zo'n tien procent. Als er binnen de veertien dagen niet gerooid kan worden, blijven vooral de aardappelen in de grond zitten." Nu al is het zeker dat dit in bepaalde streken het geval zal zijn. De boeren hopen op een droge periode en dat de vorst dit jaar laat zal invallen. Op die manier zou de schade nog enigszins beperkt kunnen worden.
Ook voor maïs wordt de toestand problemtisch. "Als de maïs niet vlug geoogst kan worden, zal het de moeite niet meer lonen om dit wel nog te doen", aldus nog Busschaert. "Vele maïsvelden zijn platgewaaid en liggen er zeer nat bij. Daardoor beginnen de knoppen te rotten en bovendien wordt het dan zeer moeilijk om machinaal te rooien."
Voor de bieten is er nog hoop. "Bieten en chicorei kunnen in principe nog gerooid worden tot Kerstmis, dus daar is er nog wat tijd", weet de landbouwdeskundige. "Maar toch staat er momenteel nog drie vierden op het veld, terwijl dit op nationaal vlak slechts 40 procent is."
De problematische situatie van vandaag is ook in de hand gewerkt doordat er in het voorjaar in sommige streken zeer laat gezaaid en geplant is kunnen worden. "In feite komt de hele teeltrotatie in het gevaar", zegt Luc Busschaert. "Normaal is in oktober ongeveer de helft van de wintertarwe al gezaaid. In de streek van Oudenaarde en in de Westhoek is dit momenteel minder dan één procent."
Voor de boeren dreigt dus eens te meer een ramp. Op het rampenfonds hoeven ze niet te rekenen, want dit houdt enkel rekening met een uitzonderlijke regenval in een korte periode. "Voor de landbouwers is het vooral de cumulatieve neerslag over een langere periode die de boosdoener is", aldus Luc Busschaert.
De problematische toestand komt voorlopig enkel voor in West- en Oost-Vlaanderen en een klein stukje van Wallonië. In de rest van Vlaanderen zijn er weinig of geen problemen.