Compromis beoogt uitvoering Kyoto-afspraken
nieuwsOp die manier kunnen landen een begin maken met de uitvoering van de afspraken die in 1997 zijn gemaakt op de conferentie in Kyoto. Technische details kunnen verder worden ingevuld op een vervolgconferentie, die eind mei 2001 in Bonn wordt gehouden.
Volgens het scenario dat de VN vrijdagavond bekendmaakte, bespreken de 180 deelnemende landen zaterdag vanaf negen uur 's ochtends een nieuw compromisvoorstel van de Nederlandse minister van Milieu Jan Pronk.
De voorzitter van de conferentie wil dat voorstel 's ochtends vroeg klaar hebben na nachtelijke besprekingen met de deelnemers over wijzigingsvoorstellen die zij vrijdagavond tot 22 uur konden inleveren.
Volgens deze planning zou er zaterdagochtend rond elf uur een akkoord kunnen zijn. Er is sprake van een akkoord als er onder de landen consensus bestaat, een algemene gelijkheid van opvatting. Daarover beslist Pronk als voorzitter van de conferentie.
Het compromis waarmee Pronk zaterdag komt, moet een evenwicht vinden tussen de wensen van de hoofdrolspelers: de Verenigde Staten, de Europese Unie en de ontwikkelingslanden. De VS willen maximale vrijheid om hun reductieverplichting met maatregelen in het buitenland te realiseren. De EU en de ontwikkelingslanden vinden juist dat industrielanden veel 'thuis' moeten doen. De ontwikkelingslanden willen verzekerd zijn van voldoende financiële steun om klimaatbeleid te kunnen voeren.
Voor de EU weegt de geloofwaardigheid van de afspraken heel zwaar. Het akkoord van Den Haag moet passen binnen het verdrag van Kyoto, en garanderen dat de reducties die daar zijn afgesproken inderdaad in de periode 2008-2012 worden gehaald. De maatregele moeten streng worden gecontroleerd. Landen die tekortschieten, dienen fors te worden gestraft.
Ook de milieuorganisaties dringen aan op een geloofwaardig akkoord zonder achterpoortjes. Het bekendste voorbeeld zijn de 'koolstofputten' ('sinks') bossen en landbouwgrond die CO2 (kooldioxide) opslaan. De milieubeweging riep de EU vrijdag op vast te houden aan haar standpunten en niet het hoofd te buigen voor de VS.