"CO2-verdoving beste alternatief bij biggencastratie"
nieuwsBiggen worden gecastreerd omdat het vlees van niet-gecastreerde beren bij verhitting een urinegeur kan verspreiden. Uit de jongste VILT-enquête blijkt echter dat slechts twaalf procent van de Vlamingen de onverdoofde biggencastratie een toelaatbare praktijk vindt. In de zoektocht naar mogelijke uitwegen en als antwoord op een campagne van Gaia belegde voormalig landbouwminister Yves Leterme iets meer dan een jaar geleden een rondetafelconferentie.
"Ondanks intensief onderzoek blijkt chirurgische castratie op dit moment nog steeds de meest effectieve manier te zijn om berengeur te voorkomen", zegt docent Bert Driessen van de Katholieke Hogeschool Kempen in Geel. In afwachting van een definitieve oplossing pleiten sommigen voor verdoving als tussenstap, of zelfs meer dan dat. "De castratie van beren onder verdoving is een duurzame en verder te ontwikkelen techniek die in de toekomst naast de andere alternatieven zal worden gebruikt, onder meer in de selectiestations voor kweekberen", maakt Driessen zich sterk.
Algehele verdoving via gasinademing werkt snel, zorgt voor een goede spierontspanning en bewustzijnsverlies. "Een nadeel is echter dat veel gassen alleen gebruikt mogen worden onder nauwkeurig gecontroleerde omstandigheden vanwege gezondheidsrisico's voor de toediener. Gassen zijn in het algemeen ook duur", weet Driessen. Een uitzondering op die regel vormt CO2, dat niet duur is en bovendien ook niet onderworpen is aan een strenge regelgeving.
De onderzoekers aan het Zoötechnisch Centrum van de K.U.Leuven en de Katholieke Hogeschool Kempen hebben een techniek ontwikkeld waarbij de biggen via een mondmasker gemiddeld gedurende 25 seconden CO2 toegediend krijgen. Na iets meer dan twee minuten komen de dieren weer uit narcose. "Uit gedrags- en geluidsregistraties blijkt dat er een volledige anesthesie en pijnreductie bestaat op het moment van de castratie", aldus Driessen. De individuele toediening heeft als bijkomend voordeel dat de veehouder kan rekening houden met individuele verschillen qua gevoeligheid, wat volgens de onderzoekers het risico op stefte verkleint.
Bij CO2-verdoving worden de dieren slechts eenmaal behandeld, terwijl dat bij de toediening van een anestheticum twee keer is. Onmiddellijk na de CO2-verdoving worden de dieren immers gecastreerd. De onderzoekers wijzen er ook op dat CO2-verdoving niet alleen voor de dieren, maar ook voor de varkenshouders minder stresserend is. "Tijdens de castratie krijsen de dieren niet, waardoor de geluidsbelasting minimaal is".
Verder is de benodigde extra tijd voor deze vorm van verdoving minimaal en kan van de verdoving gebruik gemaakt worden om ook nog andere ingrepen uit te voeren. "Daardoor is CO2-verdoving laagdrempelig". Wel blijkt nog meer studiewerk nodig te zijn, onder meer in verband met de nazorg van behandelde varkens.(KS)
Meer informatie: Bert Driessen, 0476/77.74.71