CD&V wil economisch aanpassingsfonds voor KMO's
nieuwsGezinsbedrijven zijn volgens CD&V kleine ondernemingen van minder dan tien werknemers waarin ondernemers hun eigen spaarcenten hebben gestoken. Concreet gaat het om kleinhandelszaken, zoals bakkers, slagers, kruideniers, bouwbedrijven, meubelmakers en landbouwers. Ook kleine hoogtechnologische bedrijven, vaak actief in gespecialiseerde niches, zijn dikwijls zogenaamde gezinsbedrijven.
Volgens CD&V hebben dergelijke bedrijven vaak een te beperkt vermogen om zich aan te passen aan de wereldwijde concurrentie. "Vlaamse consumenten ontdekken de voordelen van die wereldwijde economie", luidt het. Volgens CD&V moet niet alleen werk worden gemaakt van een aanpassingsfonds, er moeten ook fiscale stimuli komen om samenwerking tussen gezinsbedrijven te stimuleren. Zo'n samenwerking kan op vele fronten: via een gezamenlijke aankoopcentrale, in informaticadiensten en administratieve diensten, bij het maken van reclame. 'Dat soort samenwerking is perfect verenigbaar met de 'baas in eigen zaak'-gedachte', luidt het in het kmo-plan.
Volgens CD&V moet meer aandacht gaan naar kmo's, want zij zijn goed voor 1 miljoen jobs, of 42,8 procent van de werkgelegenheid in de Belgische privésector.
Lees ook: Interview: Frans Coussement (kabinet Leterme): "Niet blind blijven voor gevolgen van vrije markt"