"Bloeiende melk- en zuivelhandel heeft ook nadelen"
nieuwsDe veehouderij kent een opmerkelijke groei in ontwikkelingslanden. De vleesproductie in de Derde Wereld is sinds begin jaren '80 toegenomen met 230 procent en de melkproductie is verdubbeld. Drijvende krachten achter de groei zijn de bevolkingstoename en stijgende inkomens. Verwacht wordt dat arme landen tegen 2030 twee derde van de mondiale vlees- en zuivelproductie zullen consumeren. Een kwarteeuw geleden was dat nog maar een derde. De internationale handel in vlees en zuivel was in 2003 goed voor 13 procent van de productie. 20 jaar geleden was dat 4 procent.
Deze trend opent economische perspectieven voor boeren, handelaars, verwerkers, leveranciers, verkopers en consumenten. Maar anderzijds kunnen kleinschalige producenten de trein missen doordat ze onvoldoende kapitaal hebben om te investeren, hetgeen hen verhindert om volgens de productiestandaarden van de handel te werken. De FAO vreest in dit verband de toenemende niet-tariffaire handelsrestricties. "Meestal hebben ze betrekking op voedselveiligheid, maar in de toekomst misschien meer en meer ook op milieuvriendelijkheid en dierenwelzijn", zo luidt het.
De internationalisering van de veehouderij en zijn producten is ook risicovol. Door de uitbraak van een dierziekte kunnen markten plots dichtklappen. In dergelijke gevallen zijn het ook weer de kleine boeren die niet of nauwelijks ingedekt zijn tegen mogelijke opbrengstverliezen. Bovendien bestaat volgens de FAO het gevaar dat de industrialisering van de veehouderij in nog meer delen van de wereld de kwaliteit van bodem en water kan aantasten.
Meer informatie: FAO Report: The Globalizing Livestock Sector