nieuws

"Biobrandstof dient enkel belangen van kleine lobby"

nieuws
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft twee weken geleden onze landgenoot Olivier De Schutter benoemd tot Speciaal Rapporteur voor het Recht op Voedsel. Hij volgt de Zwitser Jean Ziegler op, die de voorbije maanden de biobrandstof verketterde als 'misdaad tegen de menselijkheid'. In de Franse krant Le Monde klinkt De Schutter iets genuanceerder: "Planten zoals jatropha en sorghum groeien op arme gronden, maar de massale investeringen in biobrandstof in de EU en de VS zijn schandalig".
7 mei 2008  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:42
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties heeft twee weken geleden onze landgenoot Olivier De Schutter benoemd tot Speciaal Rapporteur voor het Recht op Voedsel. Hij volgt de Zwitser Jean Ziegler op, die de voorbije maanden de biobrandstof verketterde als 'misdaad tegen de menselijkheid'. In de Franse krant Le Monde klinkt De Schutter iets genuanceerder: "Planten zoals jatropha en sorghum groeien op arme gronden, maar de massale investeringen in biobrandstof in de EU en de VS zijn schandalig".

Wat wordt uw eerste beleidsdaad als Speciaal Rapporteur voor het Recht op Voedsel om de huidige voedselcrisis aan te pakken? Olivier De Schutter: Ik ga een speciale zitting aanvragen van de Mensenrechtenraad. Het is immers tijd om de economische en sociale rechten op gelijke voet te zetten met de burgerlijke en politieke rechten van de mens. De Mensenrechtenraad kan niet blind blijven voor wat zich afspeelt in Darfour, Birma en de Palestijnse gebieden. Hoewel de raad niet uitblinkt door eensgezindheid, hoop ik dat rond mijn standpunt een consensus kan groeien.

De internationale gemeenschap heeft weinig alert gereageerd op de voedselcrisis? Ja, en dat is onvergeeflijk. Velen staan al jaren in de woestijn te roepen dat in ontwikkelingslanden veel meer geïnvesteerd moet worden in de landbouwproductie. Tegen de speculatie op primaire landbouwgrondstoffen werd niets ondernomen, ook al wist men dat veel beleggers zich heroriënteerden na de dalende beurskoersen als gevolg van de hypotheekcrisis in de VS. We betalen de tol voor twintig jaar wanbeleid. Het aanbod kan de stijgende vraag naar voedsel niet meer bijbenen. De agro-industrie, die gebouwd is op dure productiemiddelen, toont zijn beperkingen.

Moeten de internationale instellingen met de vinger gewezen worden? Ja. Twintig jaar lang hebben ze de nood om te investeren in landbouw stellig onderschat. Eind vorig jaar heeft de Wereldbank dit trouwens openlijk erkend. En de structurele hervormingsprogramma's van het IMF hebben de armste landen, met name die in sub-Sahara-Afrika, gedwongen om exportgewassen te telen en om basisvoedsel te importeren. De liberalisering van de markten maakt hen daardoor erg kwetsbaar voor prijsschommelingen.

Heeft de omvang van de voedselcrisis u verrast? Het meest verrassend is de snelheid waarmee de crisis tot uitbarsting gekomen is. Regeringen zijn er niet in geslaagd om een gecoördineerd antwoord te bieden. De exportbeperkingen die Indonesië en India opleggen aan hun rijstexporteurs zorgen ervoor dat de Filippijnen het moeilijker krijgen om basisvoedsel in te voeren. Ondoordachte initiatieven leiden tot niks. Het ergste wat kan gebeuren, is dat men nu gaat denken dat voedselhulp de problemen moet oplossen, zonder verder na te denken over de dieper liggende oorzaken van de crisis.

Gelooft u dat de ergste prijsstijgingen achter de rug zijn? De crisis zal duren tot de volgende oogst achter de rug is. Als die meevalt, zal de druk op de markten afnemen. De temperatuur van de crisis zal afkoelen, maar de koorts blijft. Het tijdperk van de goedkope voeding ligt immers achter ons. Aangezien de crisis ook de internationale donoren wakker geschud heeft, geloof ik wel dat we in staat zullen zijn om de honger te lijf te gaan. Maar toenemende ondervoeding, met een belangrijke impact op de ontwikkeling van kinderen, ligt op de loer. De meest kwetsbare bevolkingsgroepen zijn stedelingen en de inwoners van voedselimporterende landen.

Uw voorganger pleitte voor een moratorium op de productie van biobrandstoffen. Ik ga akkoord met de kritiek op biobrandstoffen, al moet een en ander genuanceerd worden. Zo moet je het recht erkennen van landen om zich te ontwikkelen. Bio-ethanol is vandaag niet eens meer weg te denken uit Brazilië. Een aantal biobrandstoffen van de eerste generatie zijn overigens veelbelovend: denk aan planten zoals jatropha en sorghum, die groeien op arme gronden. Maar de ambitieuze doelstellingen van de VS en de EU op het vlak van biobrandstoffen zijn onverantwoord. De productie van koolzaad, van palmolie die regenwouden in Indonesië vernietigt, het gebruik van een kwart van de maïsoogst in de VS voor bio-ethanol, dat is schandalig. Die toepassingen dienen enkel de belangen van een kleine lobby, op kap van de belastingbetaler. Ik roep de sector op om zijn investeringen te bevriezen.

Zit u te wachten op de biobrandstoffen van de tweede generatie? Ze zijn geen wondermiddel. Misschien zullen ze nog meer water verslinden dan de huidige generatie biobrandstoffen. Laten we het allemaal bestuderen, maar dat mag ons er niet van weerhouden om de realiteit onder ogen te zien: we zullen minder energie moeten verbruiken, minder met de wagen rijden en zeker niet de illusie koesteren dat nieuwe technologieën ons in staat zullen stellen om onze westerse levensstijl verder te zetten alsof er niks aan de hand is.

Het vrijemarktmechanisme zal straks de voedselmarkt vanzelf weer in de juiste plooi leggen? De 'onzichtbare hand' is niet de oplossing, maar juist het probleem. Ik bestudeer mechanismen om heffingen tegen speculanten in te stellen, een piste die ook Indië wil bewandelen. In de landbouw houden vraag en aanbod zich niet makkelijk in evenwicht aangezien het landbouwareaal fysisch begrensd is en de vraag relatief inelastisch is. Tegelijk hebben een klein aantal spelers zoals Monsanto en Dow Chemicals de hele markt in handen van zaden, pesticiden en voeders. Zij kunnen hun prijzen zonder problemen opleggen aan de weerloze boeren. We moeten nadenken over een wijziging van het intellectuele eigendomsrecht van dergelijke ondernemingen, die vandaag enorme winsten opstrijken.

Moeten de rijke landen hun landbouwsubsidies afschaffen? Ik ben voorstander van een geleidelijke afschaffing. De OESO-landen betalen jaarlijks 350 miljard dollar aan hun boeren, terwijl er slechts één miljard dollar ontwikkelingshulp voorhanden is. Dat is een schande. Maar als we meteen de subsidies opheffen, zullen de landbouwproducten nog duurder worden voor de voedselimporterende landen. Vroeger dumpten de EU en de VS hun overschotten in dergelijke landen. Het komt er nu op aan om in die regio's de lokale landbouw en lokale consumptie te stimuleren. In plaats van vrachtschepen met graan naar ginder te sturen, kunnen we beter de arme boeren een financiële injectie geven.(KS)

Poll: Vindt u dat de EU zijn doelstellingen inzake biobrandstoffen moet afzwakken?

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek