Belgische groentenexport stijgt met 7,7 procent

De exporthandel voor verse groenten ging er in 2000 met 7,7 procent op vooruit in vergelijking met 1999. De exportvolumes van erwten, bonen, selderij, knolselderij, asperges en wortelen boekten een zeer forse vooruitgang. Ook prei, kropsla, witloof en paprika presteerden erg goed. Ondanks de lagere productie van serretomaten hield zelfs deze deelsector goed stand. Koolsoorten, uien, andijvie, sommige slasoorten, komkommers en champignons lieten minder gunstige exportresultaten noteren. De totale exportwaarde van de groentensector steeg met 10 procent en klom boven de 20 miljard fr.

Meer dan 50 procent van de totale exportwaarde van onze verse groenten wordt gerealiseerd door twee producten, met name serretomaten en kropsla. De uitvoerwaarde van deze belangrijke exportproducten steeg in 2000 met respectievelijk 22,8 en 4,8 procent. Op het niveau van de uitvoerwaarde scoorde de glastuinbouw merkelijk beter dan de openluchtteelten. Het exportvolume van belangrijke openluchtgroenten zoals prei en wortelen steeg dan wel met respectievelijk 21,2 en 26,1 procent, hun exportwaarde daalde met respectievelijk 2,6 en 19,6 procent.

Duitsland blijft de belangrijkste afnemer van onze groenten. In 2000 bleef het geëxporteerde kwantum naar Duitsland stabiel en steeg de exportwaarde met 9 procent. Ons exportvolume steeg in Griekenland, Denemarken, Frankrijk, Groot-Britannië en Spanje. In Nederland en de VS gingen een aantal procentpunten van de export verloren. In Zwitserland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Zweden liep de Belgische groentenexport sterk terug.

In 1999 telde het NIS in België 7 392 tuinbouwbedrijven die openluchtgroenten telen. 83 procent van deze bedrijven bevindt zich in Vlaanderen. Van de 1 558 Belgische bedrijven die groenten in serres telen, bevindt zich een aandeel van 97 procent in het Vlaamse landsgedeelte.

Meer informatie: VBT, tel 016/20 12 71.