Belg weer ietsje meer kaaskop
nieuwsDe Belg is in Europa een gemiddelde kaaseter. Met een gemiddeld jaarlijks verbruik van 16,5 kg per kop doen we minder goed dan de Fransen (25,4 kg) en de Duitsers (21,2 kg), maar veel beter dan de Portugezen (8 kg), de Spanjaarden (9 kg) of de Britten (10 kg).
De harde kaas van het type Gouda valt met een marktaandeel van 40 procent het meest in de smaak. Daarna volgen verse plattekaas met 28 procent, zachte kaas met 13 procent, gesmolten kaas met 8 procent, verse en halfharde kaas met elk 5 procent en tenslotte de geiten- en schapenkaas met nog een marktaandeel van 2 procent. De harde kazen komen voornamelijk uit Nederland (47 procent). De Belgische harde kazen komen met 20 procent op de tweede plaats.
De Vlaming eet ruim 3 kg kaas minder dan de Waal en de Brusselaar. Anderzijds blijft de Vlaming wel vaker de nationale kazen trouw. 24 procent van het volume onder zijn kaasstolp is van Belgische makelij. In Wallonië scoren de Belgische kazen slechts een marktaandeel van 15 procent.
Tot slot varieert de consumptie ook volgens socio-economische en demografische parameters. 50-plussers zijn grotere kaasliefhebbers en er wordt ook meer kaas gegeten in één- of tweepersoonsgezinnen. Harde kazen vallen het meest in de smaak bij 40-49-jarigen, bij gezinnen van 4 of meer personen, bij de hogere sociale klasse en bij gezinnen met kinderen ouder dan 12 jaar.
De liefhebber van halfharde type abdijkazen situeert zich in hogere sociale middens en in gezinnen met oudere en volwassen kinderen. Jongere kinderen hebben dan weer een uitgesproken voorkeur voor verse plattekaas.