nieuws

Bedrijfstoeslag intact voor 72% gecontroleerde boeren

nieuws
In 2010 controleerde het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV) 1.351 landbouwers op hun aanvraag van de bedrijfstoeslag. Voor de bedrijfstoeslag van 72 procent van de landbouwers had de controle geen gevolgen. Aan 103 landbouwers werd een sanctie opgelegd en 18 landbouwers kregen helemaal geen bedrijfstoeslag.
29 maart 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:59

In 2010 controleerde het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV) 1.351 landbouwers op hun aanvraag van de bedrijfstoeslag. Voor 72 procent van de landbouwers had de controle geen gevolgen. Iets meer dan een kwart van de volledig gecontroleerde dossiers kreeg een lagere bedrijfstoeslag uitbetaald. Aan 103 landbouwers werd een sanctie opgelegd en 18 landbouwers kregen helemaal geen bedrijfstoeslag.

Meer dan de helft van de controles werd uitgevoerd met behulp van satellietbeelden en luchtfoto’s en bijna 600 landbouwers (1 op 40 aanvragers) werden volledig ter plaatse gecontroleerd. Daarnaast werden meer dan 3.500 controles ter plaatse apart uitgevoerd op aangegeven percelen, zonder de gehele aanvraag te controleren.

De selectie van een landbouwer voor controle gebeurt voor 25 procent door zuiver toeval (lottrekking) en voor 75 procent door de berekening van het risicoprofiel van de landbouwer. Vooral landbouwers die de vorige jaren inbreuken pleegden en landbouwers die al lang niet meer geselecteerd waren voor controle, hebben daarbij een verhoogde kans op controle.

De controleurs van het ALV voeren hierbij altijd drie soorten controles uit: de controle van de aanwezige hoofdteelt, de correcte intekening en grootte van het perceel en het voldoen aan alle voorwaarden voor de uitbetaling van de bedrijfstoeslag. Daarnaast kunnen de controleurs, indien nodig, ook inbreuken vaststellen op de randvoorwaarden of de premievoorwaarden voor agromilieuverbintenissen.

Binnen de dossiers met gevolgen zijn het meestal inbreuken tegen de premievoorwaarden die het zwaarst doorwegen op de betaling. In dat geval wordt immers het gehele perceel afgekeurd en verliest de landbouwer de volledige oppervlakte van dat perceel voor de activering van zijn toeslagrechten.

De landbouwadministratie laat weten dat de meeste inbreuken in feite makkelijk vermijdbaar zijn. Drie inbreuken komen erg vaak voor en kunnen meestal vermeden worden door een correcte verzamelaanvraag: het aangeven van niet-landbouwgrond, het onterecht aangeven van landbouwgrond en het langdurig gebruik van landbouwgrond voor niet-landbouwdoeleinden. Van de gecontroleerde oppervlakte blijkt weliswaar 99,6 procent terecht en juist aangegeven te zijn.

Andere vaststellingen die wel eens voorkomen zijn het aangeven van te smalle percelen, het aangeven van percelen met een te hoge dichtheid van bomen en het vaststellen van niet-activeerbare teelten (bijvoorbeeld sierteelt in potten, kerstbomen of bossen). Deze gevallen komen echter eerder zelden voor, verklaart de afdeling Markt- en Inkomensbeheer.

Correcties van de intekening van percelen, al dan niet na opmeting van een perceel, komen daarentegen zeer vaak voor. Het effect hiervan op de betaling is echter beperkt, aangezien het meestal om kleine correcties van grenzen gaat of het uittekenen van kleine zaken zoals vaste silo’s, stallen, bosjes en dergelijke.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek