BSE-test niet langer verplicht voor gezonde runderen

Gezonde dieren van meer dan 72 maanden zullen vanaf 1 januari 2013 niet meer getest moeten worden op BSE in het slachthuis. Die versoepeling komt er nadat ons land het statuut verkreeg van ‘land met een verwaarloosbaar risico’. Maatregelen zoals het verwijderen van risicomateriaal en het verbod op het gebruik van dierlijke eiwitten in rundveevoeder, blijven behouden.

In België werd Creutzfeldt Jakob, de menselijke variant van BSE, nooit bij mensen vastgesteld. Het laatste geval bij runderen werd aangetoond in 2006. Ook het aantal dieren waarop de testen werden uitgevoerd, daalde de voorbije jaren. In 2011 werd de leeftijdsgrens voor de screening van gezond vee verhoogd van 48 naar 72 maanden. Nu is ook die laatste maatregel weggevallen. BSE-testen blijven wel verplicht bij verdachte dieren en kadavers.

“Deze opheffing zal niet alleen de administratieve lasten voor de veehouders verminderen, maar ook zal er een duidelijk positief economisch effect zijn. De huidige kostprijs van zo’n test bedraagt immers zo’n 12,5 euro per geslacht rund. Volgens onze berekeningen zal het aantal testen met ongeveer 100.000 per jaar verminderen door deze maatregel”, zegt federaal minister van Landbouw Sabine Laruelle. “Daaruit blijkt dat de voorzorg- en toezichtsmaatregelen die ons land genomen heeft, efficiënt zijn geweest.”

België kreeg dit jaar - net als Denemarken, Zweden, Finland en Oostenrijk - van de Werelddierengezondheidsorganisatie de status van “land met verwaarloosbaar risico” met betrekking tot BSE. Op voorstel van het Voedselagentschap, na het positief advies van EFSA en na akkoord tussen de lidstaten in het Permanent comité voor de voedselketen en de dierengezondheid (SCoFCAH), heeft de minister onmiddellijk besloten om de testen niet langer uit te voeren op alle gezonde dieren in het slachthuis.