Amerikaanse wetenschap kluts kwijt over GGO's
nieuwsHet National Center for Food an Agricultural Policy (NCFAP) in Washington onderzocht het effect van de 6 belangrijkste GGO-gewassen in 2003. Het betrof koolzaad, maïs, katoen, papaja, sojabonen en pompoenen. Volgens de onderzoekers bezorgde de GGO-teelt de boeren vorig jaar 1,9 miljard dollar aan extra inkomen. Tegelijkertijd werd 21.000 ton bestrijdingsmiddelen uitgespaard, aldus de onderzoekers.
Het Northwest Science and Environmental Policy Center in Idaho komt tot heel andere bevindingen. Volgens onderzoeker Benbrook worden bij de teelt van genetische gemodificeerde maïs, soja en katoen 5 pct extra herbiciden gebruikt. Bij gewassen die zijn aangepast om ze ongevoelig te maken voor insectenvraat is het gebruik van insecticiden dan weer met 5 pct gedaald.
Maar omdat het areaal met herbicide-resistente gewassen veel groter is, gewaagt Benbrook van een totale toename van bestrijdingsmiddelen van 4,1 procent. Die toename is volgens de onderzoeker te wijten aan het feit dat telers steeds vaker met onkruiden moeten afrekenen die een resistentie tegen glysofaat hebben ontwikkeld.
Meer informatie: Genetically Engineered Crops and Pesticide Use in the US: The First Nine Years Impacts on US Agriculture of Biotechnology-Derived Crops Planted in 2003