nieuws

"Als Doha flopt, zijn de kosten hoog"

nieuws
De landbouwsector huivert van een WTO-deal, maar geen akkoord is evenmin een reden tot euforie. "Als de boel ontploft, zijn de kosten hoog. Dan dreigt de WTO als multilaterale organisatie weg te deemsteren, ten voordele van regionale en bilaterale akkoorden, en dreigt de herintrede van het unilateralisme". Dat zegt de K.U.Leuven-professor Jan Wouters, die ook de directeur is van het Centre for Global Governance Studies, in een interview met De Tijd.
22 juli 2008  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:44
De landbouwsector huivert van een WTO-deal, maar geen akkoord is evenmin een reden tot euforie. "Als de boel ontploft, zijn de kosten hoog. Dan dreigt de WTO als multilaterale organisatie weg te deemsteren, ten voordele van regionale en bilaterale akkoorden, en dreigt de herintrede van het unilateralisme". Dat zegt de K.U.Leuven-professor Jan Wouters, die ook de directeur is van het Centre for Global Governance Studies, in een interview met De Tijd.

"De Doha-ronde kwam er voor een groot deel op vraag van de ontwikkelingslanden, om het werk van de Uruguay-ronde af te maken. Toen is voor het eerst over landbouw gesproken, maar de ontwikkelde landen konden nog altijd veel steun geven aan hun landbouwers en hun markten afschermen met hoge tarieven. Voor de ontwikkelingslanden zijn de landbouwproducten een prioriteit, en hun belangrijkste exportproduct", zegt Wouters. "Het gaat trouwens niet alleen om tarieven, er zijn ook niet-tarifaire handelsbelemmeringen, via allerhande normen en standaarden. Die zijn voor ontwikkelingslanden dikwijls belangrijker".

"De Doha-ronde is opgestart enkele weken na de aanslagen van 11 september 2001. Via het verbeteren van de handelsrelaties wou men een dam opwerpen tegen het uitdijen van het terrorisme. Men wou landen uit hun isolement halen, ze laten delen in de wereldhandel. Op die manier wou men een clash tussen de culturen vermijden, alle landen deel laten uitmaken van het multilateraal systeem, en wou men de welvaart van de bevolking in alle landen verhogen".

Men zegt dat de Doha-ronde de meest ambitieuze handelsronde ooit is. Jan Wouters: We zitten in een situatie van geleidelijk afnemende verwachtingen. Na zeven jaar onderhandelen heeft men ingezien dat er grote problemen zijn om de doelstellingen te realiseren. Deze week zal men moeten oordelen of een sterk verwaterd pakket toch nog aanvaardbaar is.

Wat hebben de ontwikkelingslanden te winnen bij een akkoord? De ronde heet officieel de Doha Development Agenda. Dat men het een ontwikkelingsronde noemt, is zeer significant. Vroeger werd de agenda bepaald door de zogenaamde Quad: de VS, de EU, Japan en Canada, een klein clubje van geïndustrialiseerde landen, dat 50 jaar lang de lakens uitdeelde. Die tijd is definitief voorbij. Recent zijn een aantal grote ministerconferenties geflopt. In 1999 mislukte de conferentie van Seattle, door de protesten van andersglobalisten buiten en het verzet binnenskamers van landen die protesteerden tegen de werkwijze binnen de WTO. Ook in Cancún in 2003 was er contestatie. Toen was er voor het eerst binnen de WTO een dynamiek van ontwikkelingslanden die samenspanden. In de VN vormen de ontwikkelingslanden al sinds de jaren 60 clusters. In de WTO zijn de ontwikkelingslanden van bij het begin de meerderheid van de leden, maar pas sinds 2003 vormen ze een blok. De Quad lukt niet meer, en dat werd opgevangen door prominente ontwikkelingslanden als Brazilië en India in de club op te nemen.

U spreekt nu over de grote, groeiende ontwikkelingslanden, maar wat met de allerarmste? Zij kunnen winnen bij de Doha-ronde, op voorwaarde dat de modaliteiten goed zitten. Ze moeten overgangstermijnen krijgen voor liberalisering, zij moeten een ‘speciale en gedifferentieerde behandeling’ krijgen. De situatie van de ontwikkelingslanden is zeer gevarieerd. Voor allen is de export van landbouwgoederen naar de geïndustrialiseerde wereld belangrijk. Hun industrieel profiel is echter verschillend, net als hun aanbod aan diensten. Voor diverse ontwikkelingslanden, zoals India, is het belangrijk dat ze gekwalificeerd personeel naar andere landen kunnen sturen om daar tijdelijke diensten te verstrekken. De VS en andere industrielanden staat daar zeer huiverig tegenover. In Europa stonden we al huiverig tegenover de bedrijven uit de nieuwe lidstaten.

De Doha-onderhandelingen zijn zeer complex. Sommigen willen de slaagkansen verhogen door dossier per dossier te onderhandelen. Nu al is alles opgedeeld in werkgroepen, maar op een bepaald moment komt alles samen. Het probleem met Doha was dat er te weinig ‘bargaining chips’ op de tafel lagen, te weinig dossiers om iedereen te laten winnen. Voor de ontwikkelingslanden ligt er veel op tafel, maar de industrielanden moeten ook iets krijgen. Nu moeten de VS en de EU vooral toegeven in landbouw. Anderzijds kan je dat zien als een historische recuperatie. De vorige handelsrondes waren altijd in het voordeel van de industrielanden, nu verwachten de ontwikkelingslanden concessies.(KS)

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek