nieuws

Agrarische handel met arme landen nog niet duurzaam

nieuws
Het Nederlandse LEI heeft in opdracht van het Vlaamse departement voor Landbouw en Visserij de duurzaamheid van de agrarische handel tussen België en vier ontwikkelingslanden belicht. Doel van het onderzoek was om de economische, ecologische en sociale gevolgen voor Brazilië, Costa Rica, Ivoorkust en Tanzania in kaart te brengen van de voedselproducten die in ons land ingevoerd worden. In de Latijns-Amerikaanse landen is de ecologische impact een teer punt, in de Afrikaanse landen is kinderarbeid een probleem.
20 oktober 2008  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:45
Het Nederlandse Landbouweconomisch Instituut heeft in opdracht van het Vlaamse departement voor Landbouw en Visserij de duurzaamheid van de agrarische handel tussen België en vier ontwikkelingslanden belicht. Doel van het onderzoek was om de economische, ecologische en sociale gevolgen voor Brazilië, Costa Rica, Ivoorkust en Tanzania in kaart te brengen van de voedselproducten die in ons land ingevoerd worden. In de Latijns-Amerikaanse landen is de ecologische impact een teer punt, in de Afrikaanse landen is kinderarbeid een groot probleem.

Het onderzoek van het LEI spitste zich toe op de handel in bananen, cacao, koffie, soja en thee. In Brazilië krijgt de koffieteelt slechte punten omdat deze teelt heel wat irrigatie vergt, terwijl het water in de belangrijke productiegebieden schaars is. De sojateelt scoort er ondermaats op het vlak van biodiversiteit en bodemgebruik. Ook in relatie met parameters zoals landeigendom en werkgelegenheid doet de Braziliaanse soja het niet goed. Gebrekkige en onduidelijke eigendomsrechten bedreigen vooral kleine boeren in hun bestaan. Ze staan immers onder druk van grote bedrijven die hun areaal voortdurend willen uitbreiden.

In Costa Rica krijgt de bananenproductie een onvoldoende vanwege het pesticidengebruik. Er wordt veel gebruik gemaakt van zeer giftige pesticiden, mede omdat de twee meest beruchte schimmelziektes steeds meer immuun lijken te worden voor bestrijdingsmiddelen. De Vlaamse overheid zou door het belang van de Antwerpse haven in de wereldwijde bananenhandel een grotere rol kunnen spelen in dit debat, zo luidt het beleidsadvies van het LEI.

Dat de cacaoproductie in Ivoorkust inzake slaven- en kinderarbeid niet goed boert, is al langer geweten. Volgens verschillende studies moeten kinderen er nog altijd gevaarlijk werk verrichten. Daarnaast zijn de inkomens van de vele kleine cacaoproducenten vaak erg laag. Meest verrassend in de studie is de wijze waarop gebruik gemaakt wordt van kinderarbeid in de koffie- en theeproductie in Tanzania. Het LEI geeft wel toe dat het niet helemaal duidelijk is in welke mate er sprake is van geïsoleerde incidenten of niet.

Tanzania is een partnerland voor de ontwikkelingssamenwerking op federaal niveau, maar voor Vlaanderen heeft geen enkel van de in de studie behandelde ontwikkelingslanden deze status. Vooral via actieve ondersteuning van multilaterale organisaties, rondetafels en andere initiatieven kan de Vlaamse overheid de duurzame productie van en handel in bananen, cacao, koffie, soja en thee helpen verbeteren, besluit het LEI.(KS)

Meer informatie: Agrarische handel van België met ontwikkelingslanden

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek