Administratieve lasten voor rundveehouders gedaald

Landbouwbedrijven moeten voor tal van administraties en diensten paperassen invullen. Meer dan eens dienen ze dezelfde gegevens meermaals door te geven. De voorbije jaren is geprobeerd om de administratieve verplichtingen wat lichter te maken. Recent onderzoek heeft overigens aangetoond dat de administratieve romplsomp één van de belangrijkste stressoren is voor boeren en tuinders.

De Mestbank en Sanitel hebben alvast de handen in elkaar geslagen voor de uitwisseling van gegevens. De Mestbank vraagt de nodige informatie op bij Sanitel. De rundveehou(st)er in kwestie moet enkel op de daarvoor voorziene plaats op de Mestbankaangifte een speciale sticker kleven.

Ook voor de aanvraag van een zoogkoeienpremie werd de rompslomp lichter: paspoorten van de dieren fotokopiëren en gegevens overschrijven hoeft niet meer. Alle rundveehouders samen spendeerden vroeger voor de invulling van de Mestbankaangifte 167.000 uren per jaar. Na de maatregelen zouden er dat 29.000 minder zijn. Vandaag gebruikt slechts 20 procent van de rundveehouders zo'n sticker. Als iedereen het zou doen, kan het een tijdswinst opleveren tot 97.000 uur.

De tijd nodig voor het invullen van de aanvraag voor de zoogkoeienpremie zou dalen van 25.000 tot ongeveer 7.000 uur. Uit het Jaarverslag van de ALT blijkt voorts dat ondanks het dalende aantal landbouwers de vraag naar naschoolse landbouwopleidingen stabiel blijft. Er werden in 2002 meer dan 31.000 vormingsactiviteiten georganiseerd. Daarvoor werd 3,2 miljoen euro aan subsidie uitgetrokken. "Dit bewijst de stijgende nood aan permanente vorming in de huidige kennismaatschappij", zei Joris Relaes.

De meeste interesse is er voor informatica-opleidingen (bijna 8.000 uren). Gevolgd door cursussen over bedrijfsleiding, praktische thema's, en tuinaanleg. Ook imkercursussen zijn veel gevraagd. De nood aan informatie over biologische landbouw zit duidelijk in de lift: van 84 uren cursus in 1999 naar 638 uren vorig jaar. Het aantal voordrachten voor liefhebbers in de landbouwsector blijft langzaam stijgen. Dat heeft vooral te maken met het succes van de cursussen bloemschikken.

De administratie gaf ook een update van het aantal aanvragen voor steun in ruil voor vrijwillige afbouw van de veestapel. Woensdag waren dat er 1.149. Dat zijn er bijna 100 meer dan dinsdag, de laatste dag dat de aanvragen konden opgestuurd worden. Wanneer de huidige afbouwronde voorbij is, zal de warme sanering gezorgd hebben voor een reductie van ongeveer 10 miljoen kg stikstof en 4,1 miljoen kg fosfor. Met de sanering heeft de overheid in de eerste plaats een uitweg geboden voor veehouders in moeilijkheden. De meeste mestoverschotten worden echter weggewerkt door de sector zelf, door middel van export, mestverwerking of een optimalisering van de voedersamenstelling.

Tot slot blijkt dat de landbouw een mooie inspanning kan doen om de Kyoto-normen te halen. Tegen 2010 zou de sector in staat zijn de uitstoot van broeikasgassen met 13 procent te verminderen in vergelijking met 1990. De grootste reductie (35 pct) komt op conto van de glastuinbouwsector. Noteer dat de land- en tuinbouw één van de weinige sectoren is die erin slaagt de emissies terug te dringen. In het verkeer en de industrie zit de uitstoot nog steeds in stijgende lijn.

Meer informatie over de voorstelling van het ALT-jaarverslag 2002: 16/7/03: Meer dan duizend producenten van hoeveproducten 16/7/03: Europees geld voor agro-voedingssector is op

Wie nog meer informatie wenst, kan het jaarverslag van de Administratie Land- en Tuinbouw downloaden of gratis bestellen.