80-jarige boerin weet geen raad met oormerken
nieuwsHet Hobos in Overpelt is één van de pareltjes van Limburg. Het natuurgebied van meer dan 140 hectare was eeuwen geleden nog de uitvalsbasis van de drossaard Clerx, die de befaamde Bokkenrijders uit Noord-Limburg verdreef. Nu is het domein de plaats waar de 80-jarige Marie-Anne Wilsens ruim tweehonderd dieren winter en zomer buiten laat grazen.
Zo'n ongewone kweekwijze roept bij sommige boeren vragen op, maar natuurliefhebbers - zoals die van natuurwerkgroep Isis - kunnen er zich wel in vinden. Houtkanten, bossen en het struikgewas bieden de Limousinrunderen beschutting tegen weer en wind. Ze krijgen alleen vers gras en af en toe wat hooi te eten. De natuur in zijn meest pure en eerlijke vorm, maar toch hangen er donkere wolken boven het domein.
"De controleurs maken met hun dwaze regels alles stuk", zucht Wilsens. "Enkele weken na hun geboorte moet ik mijn kalfjes oormerken. In een wilde en rondlopende kudde is dat onbegonnen werk. Zo'n moederkoe beschermt haar jong uiteraard met alles wat ze in haar mars heeft en dat maakt het voor mij levensgevaarlijk. De laatste keer heb ik enkele ribben gebroken. Toen was het voor mij genoeg. Met als gevolg dat ik nu minder premies ontvang en financieel aan de grond zit. Uit mijn linkeroog zie ik nog amper en ook het rechtse zou ik moeten laten opereren, maar dat kan ik voorlopig niet betalen".
De boerin ergert zich aan het gebrek aan kennis over de dierenwereld bij de controleurs. "Zij die het voor het zeggen hebben, kennen weinig van de psychologie van onze dieren. Mijn runderen zijn verwilderd, maar omdat ik niets inspuit bij hen, vind je er nergens van betere kwaliteit. De oudste koe van Limburg is hier vorig jaar op 19-jarige leeftijd gestorven. Op andere boerderijen worden ze vaak nog niet half zo oud. Ik doe het al 45 jaar volgens het principe van André Voisin. De runderen grazen enkele dagen op een perceel en worden dan naar een volgend stuk gras gebracht. Zo krijgt het bos ook de kans zich te herstellen".
De kranige boerin piekert erover wat er na haar dood met het domein en de runderen zal gebeuren. "Ik begin al te huiveren als ik hoor praten over toeristische plannen. Dat zou het einde betekenen van dit mooie stukje natuur. Maak er hier een recreatieroute van en het ligt 's anderendaags al vol met lege blikjes cola", zegt Wilsens. "Stiekem droom ik van een stichting die mijn werk met de kudde kan voortzetten".(KS)
Bron: Het Laatste Nieuws