1,24 mio bijkomende dioxinevergoedingen

De regering heeft beslist om de familiale varkensbedrijven waarvan de veestapel tijdens de dioxinecrisis van 1999 geheel of gedeeltelijk opgeruimd werd een bijkomende vergoeding uit te keren. Zo heeft minister van Begroting Johan Vande Lanotte woensdag in de bevoegde kamercommissie geantwoord op een vraag van Yves Leterme (CD&V). De bijkomende dioxinevergoeding heeft een prijskaartje van 1,24 miljoen euro en komt er eigenlijk omdat de kostprijsberekening in 1999 onder grote tijdsdruk diende te gebeuren en op dat ogenblik niet alle gegevens beschikbaar waren. De varkensbedrijven die in 1999 getroffen werden, kregen een schadevergoeding van 80 procent van de kostprijs van de opgeruimde dieren. De regering verzette zich toen om principiële redenen tegeneen terugbetaling van 100 procent. Hieraan wordt ook nu niet geraakt,aldus Johan Vande Lanotte. De bijkomende vergoeding is het gevolg van een herberekening door het Landbouwkundig Instituut. Dat kwam tot de conclusie dat de prijs per kilo die destijds gehanteerd werd, te laag was. Daarom is nu beslist om een bijkomende dioxinevergoeding toe te kennen. Vande Lanotte en minister Annemie Neyts, die belast is met landbouw, hopen dat hiermee het dossier schadevergoedingen dioxine definitief kan afgesloten worden op het niveau van de landbouwbedrijven.