Zijn katten belangrijke verspreiders van vogelgriep?

Zowel in Europa als in Azië zijn katten gestorven door de vogelgriep. De Wereldgezondheidsorganisatie benadrukte in haar persberichten recent nog dat er tot dusver geen bewijzen zijn dat katten het gevaarlijke virus verspreiden. Maar volgens Albert Osterhaus, de Nederlandse griepexpert van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam wijzen steeds meer tekenen op een grotere rol voor katten dan de voorzichtige verklaringen van de WGO suggereren.

De Nederlandse expert waarschuwt in het vakblad Nature samen met collega's voor een onderschatting van de bijdrage van katten aan de griepepidemie. Uit eerdere experimenten van Osterhaus bleek dat katten kunnen sterven door een besmetting met het gevaarlijke H5N1-vogelgriepvirus, dat ze het virus uitscheiden via hun luchtwegen en hun uitwerpselen en dat katten elkaar met het virus kunnen besmetten. Katten kunnen het virus oplopen door ziek gevogelte te eten, blijkt uit de studies en uit gevallen op het terrein.

"Intussen is ook duidelijk geworden dat geregeld katten sterven door vogelgriep in landen waar de ziekte veel voorkomt, zoals Indonesië, Thailand en Irak", schrijven Osterhaus en co. Indonesische pluimveehouders zijn zo vertrouwd met vogelgriep, dat ze er een spotnaam voor hebben: 'plop', naar de klank van een doodvallende kip. Maar ook voor vogelgriep bij katten zouden ze een naam hebben: 'aargh-plop', naar een kat die krijsend uit een boom valt.

Hoe bedreigend is de mogelijkheid dat katten erg vatbaar zijn voor H5N1? Een ongewone sterfte onder katten kan een vroeg waarschuwingssignaal zijn voor vogelgriep in een regio. Maar anderzijds geven besmette katten het virus misschien de kans zich te muteren zodat het besmettelijker wordt voor de mens. Osterhaus pleit daarom voor meer controle en huisarrest voor katten in gebieden met vogelgriep en voor de afzondering van mogelijk besmette dieren.