"WTO is geen vrijhandelsorganisatie"

Al vele jaren wordt gesproken over de geweldig positieve effecten van een verdere vrijmaking van de wereldhandel. Enkele recente rapporten -en veel NGO's- stellen het omgekeerde. Volgens hen zal de winst voor de wereldeconomie gering zijn. Bovendien is de kans groot dat de allerarmsten - zowel landen als mensen - nadeel zullen ondervinden. Omdat zij "niet in de markt zijn", kunnen ze niet winnen bij een opening van de markt.

De WTO gelooft daar niet veel van. "Ik stel vast dat al die landen ministers en onderhandelaars naar hier sturen en dagenlang onderhandelen. Ze doen dit omdat ze denken dat de vermindering van de landbouwsubsidies en de invoertaksen in de rijke landen goed is voor hen", aldus Rockwell. "Trouwens, de NGO's zeggen dat we onvoldoende doen voor de ontwikkelingslanden. Maar ze gaan wel akkoord met de afbouw van handelsbelemmeringen".

Hoe groot de winst van de Doha-ronde zal zijn, durft de WTO niet te voorspellen, maar de organisatie is ervan overtuigd dat de winst iedereen ten goede komt. "Iedereen wil iets: afbouw van subsidies aan landbouwers of vissers, afbouw van tarieven, afbouw van doeaneformaliteiten,... Het is geven en nemen, maar uiteindelijk gaat iedereen met iets naar huis".

Rockwell onderstreept ook dat de WTO geen vrijhandelsorganisatie is. "Indien we dat waren, zouden onze akkoorden een wit blad zijn. Geen regels, absolute vrijheid. Onze akkoorden zijn 27.000 bladzijden dik". In die 27.000 bladzijden staat vermeld per product hoeveel invoertaksen een land mag heffen of welke andere afscherming van de markt toegelaten is.