Willen jagers oprecht iets doen aan everzwijnenplaag?
nieuwsEverzwijnen veroorzaken al jaren schade op landbouwpercelen. Nu ze ook opduiken in de buurt van dorpskernen en steeds vaker voor verkeersongevallen zorgen, groeit er onrust. “Everzwijnenplaag? Dit is nog maar het begin”, titelt de VRT-nieuwswebsite. Jagers willen toegang krijgen tot natuurgebieden en militaire domeinen waar de evers nu een veilig onderkomen zoeken. De vraag is of de jagers het probleem kunnen indijken waar ze zelf voor gezorgd hebben door everzwijnen uit te zetten. Volgens VRT zijn er nog altijd malafide personen actief die de everzwijnen flink voederen – “met duizenden kilo’s maïs die in bigbags tot in de bossen wordt gebracht” – en het vlees van geschoten dieren zonder laboanalyse op trichinella op de markt brengen.
Op televisie getuigt een jogger dat hij geregeld everzwijnen tegenkomt in de bossen van Leopoldsburg (provincie Limburg). In Beringen zijn er straten waar wekelijks everzwijnen op straat worden aangereden. Ze breiden hun terrein razendsnel uit want een zeug kan in twee jaar drie worpen van zes tot acht biggen voortbrengen. Binnen het jaar zijn die allemaal geslachtsrijp. Wanneer er te veel evers in één gebied zitten, gaat een groep op zoek naar een nieuw leefgebied. Ze lopen zelfs tot op de grote ringweg van Hasselt, waar onlangs een bromfietser gevallen is toen hij tegen een everzwijn botste.
VRT nam polshoogte in de jagerij, “maar weinigen spreken vrijuit”. De openbare omroep schetst geen fraai beeld: “De druk om te zwijgen over de ware toedracht is groot. Je mag immers geen gekweekte everzwijnen zonder vergunning transporteren, je kan ze niet uitzetten zonder het jachtdecreet te overtreden. Je mag ze niet en masse bijvoederen. Het is crimineel ongecontroleerd vlees op te (laten) eten. De toezichthoudende overheid, zoals het Agentschap Natuur en Bos, doet allicht wat het kan. Maar het aantal boswachters wordt jaarlijks afgebouwd. Samen met de lokale politie en het FAVV kunnen ze soms illegale praktijken stoppen. Maar het lijkt dweilen met de kraan open.” Begin dit jaar is in Beringen – waar het kwaad begonnen is door het uitzetten van de dieren ruim tien jaar geleden – een kwekerij van everzwijnen opgeruimd.
Het artikel doet twijfels rijzen bij de oprechtheid waarmee de jachtsector zegt het probleem te willen indijken. Dat valt immers moeilijk te rijmen met het massaal bijvoederen van de dieren met maïs. “Jagers vragen geld aan anderen om in hun gebied een everzwijn te komen schieten. Ze hoeven daarvoor niet urenlang te wachten. Het is altijd prijs.” Een handelaar in wild vlees wil geen everzwijn uit Limburgse bossen omdat het vlees te rozig en te vet is van al het bijvoederen. De everzwijnen zijn vandaag geen echt wilde dieren meer. Halftamme everzwijnen die door een mensenhand gevoed zijn, zijn in de lente in Koersel-Beringen enkele keren naar mensen toegelopen. Het grootste gevaar vormt een everzwijn in het verkeer. Ook rond voedselveiligheid zijn er zorgen. Omdat een labostaal ter controle van de parasitaire worm trichinella 55 euro kost, bestaat de kans dat vlees ongecontroleerd in de voedselketen terechtkomt onder het mom dat het ‘voor eigen gebruik’ is.
Lees het artikel integraal op VRT NWS.
Bron: VRT NWS