Weefselkweek zorgt voor snelle vermeerdering

Vitrocom, een modern labo in Nederland, ziet kansen voor weefselkweek als alternatieve vermeerderingsmethode voor planten. De steriele vermeerdering van individuele plantencellen tot een nieuwe plant biedt een aantal voordelen ten opzichte van klassieke vermeerdering vanuit zaad of stek.
14 mei 2010  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:11

Vitrocom, een modern labo in Nederland, ziet kansen voor weefselkweek als alternatieve vermeerderingsmethode voor planten. De steriele vermeerdering van individuele plantencellen tot een nieuwe plant biedt een aantal voordelen ten opzichte van klassieke vermeerdering vanuit zaad of stek. Met weefselkweek zal men sneller homogene nakomelingen voortbrengen en garandeert men als kweekproduct ziektevrije planten.

Het Nederlandse Vitrocom, onderdeel van de Pothos Groep, ziet kansen voor weefselkweek. Het bedrijf zet de steriele vermeerderingsmethode al jaren succesvol in bij onder meer potplanten, bananen, bloembollen en aardappelen en denkt dat de techniek ook veel kan gaan betekenen voor de teelt van knoflook, ui en tomaat.

Weefselkweek is gebaseerd op het gegeven dat veel individuele plantencellen uit kunnen groeien tot een complete plant. Bij weefselkweek kunnen delen van bladeren, klompjes cellen en soms wortels worden gebruikt om nieuwe planten te creëren. Weefselkweektechnieken worden toegepast in smetloze, met gefilterde lucht gevulde laboratoria .

Plantmateriaal wordt eerst geselecteerd en ontsmet want de stap van kas naar lab is groot. Het materiaal wordt op een voedingsbodem geplaatst en tot scheutvorming aangezet. Van de scheuten wordt een groep stamcellen weggenomen en op een andere voedingsbodem geplaatst en vermeerderd. Na het vermeerderen worden de nakomelingen geïndexeerd en getoetst op gezondheid.

Het is al bij al een relatief dure methode, zeker in een sector waar marges continu onder druk staan. Maar ook één die veel voordelen heeft ten opzichte van vermeerdering vanuit zaad, legt operationeel directeur Lútsen Renema van de Pothos Groep uit.

"Het is in feite een manier om geschikt bevonden planten te klonen. Het bespaart tijd, maakt het proces beheersbaar en garandeert een ziektevrije populatie". In de klassieke plantenveredeling gaat men vermeerderen vanuit zaad of stek. In de meeste teelten gebeurt dit met een gewone kruising, zeg maar tussen een mannetje en een vrouwtje. Dit leidt niet tot een uitsluitend uniforme populatie nakomelingen, zegt Renema.

Genen die bepaalde kwaliteiten vererven, zijn zelden dominant. Daarom moeten nakomelingen generaties lang gekruist worden zodat inteeltlijnen ontstaan die de kwaliteiten in zich dragen. "Het kan zo jaren duren vooraleer een homogeen product klaar is", aldus Renema.

Hij geeft het voorbeeld van de tomaat, een sector waar het gebruik van weefselkweek stof tot debat geeft. "Het duurt vijf tot zes jaar vooraleer een klassieke veredelaar een homogeen hybrideras kan leveren aan de kwekers. Met weefselkweek kan dit worden teruggebracht tot misschien twee jaar".

Ook in de productie van pootgoed van aardappels speelt weefselkweek een rol. Er is een enorme ziektedruk van onder meer Erwinia in de traditionele pootgoedvermeerdering, zegt Kees Veldhuijzen van Vitrocom. “Wij krijgen fritesproducenten als McCain en Aviko over de vloer omdat ze graag meer vermeerdering met miniknollen uit weefselkweek zouden zien. Maar als het erop aan komt leggen ze de verantwoordelijkheid bij de handelshuizen en de kwekers en die vinden de techniek te duur.

Op termijn zijn er echter weinig andere opties, denkt Veldhuijzen. En door schaalvergroting wordt het prijstechnisch ook interessanter. Alleen in laboratoria kan 100 procent ziektevrij worden gewerkt. "In Schotland gebruikt men alleen deze werkwijze nog voor de productie van aardappelpootgoed".

 

Bron: Agrarisch Dagblad

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek