Vlaming positief maar onwetend over gentechnologie

De Vlaming staat open voor het gebruik van ggo's als dat duidelijke voordelen oplevert. Ruim 70 procent van de ondervraagden stemt in met het genetisch wijzigen van landbouwgewassen, vooral wanneer dat milieuvoordelen oplevert. Al weet de Vlaming amper hoe biotechnologie vandaag zijn leven al beïnvloedt. Dat blijkt uit een enquête over biotechnologie in opdracht van Eos, een maandblad over wetenschap.

De resultaten van de enquête werden bekend gemaakt in de aanloop naar de Dag van de Biotechnologie op zaterdag 26 juni. Eos vroeg duizend Vlamingen om tien biotechnologische toepassingen uit gezondheidszorg, landbouw en industrie in de tijd te situeren, te beoordelen en vervolgens hun mening te geven over een aantal stellingen. Sommige van de toepassingen zijn vandaag al realiteit, andere zijn nog toekomstmuziek.

Zeven op tien Vlamingen vinden biotechnologische toepassingen in de gezondheidszorg, zoals stamceltherapie en prenatale screening, een goede zaak. 42 procent zou zelf zijn genoom in kaart laten brengen. Groeiende mogelijkheden brengen ook dilemma’s met zich mee. Wat de toegang tot medische informatie betreft, beschouwt 43 procent van de ondervraagden misbruik van genetische informatie als onvermijdelijk.

Ook genetisch gewijzigde organismen, zoals katoen en aardappelen die beter bestand zijn tegen insecten en ziekte, krijgen van ruim 70 procent van de ondervraagden een positieve beoordeling. Vooral als het productieproces van bepaalde producten door genetische modificatie milieuvriendelijker wordt, staat de Vlaming erachter (57%). Tegelijk vindt bijna de helft van de Vlamingen genetische modificatie alleen geoorloofd als er geen andere manier is om hetzelfde doel te bereiken.

In schril contrast met het draagvlak voor ggo’s staat het beperkt vertrouwen in wetenschap en industrie. Slechts 53 procent van de Vlamingen zegt vertrouwen te hebben in wetenschappers die met ggo's werken en maar 29 procent vertrouwt de firma's die ze ontwikkelen en op de markt brengen. De Vlaming heeft ook geen duidelijk zicht op biotechnologische verwezenlijkingen, zo blijkt uit het situeren van toepassingen in de tijd.

Slechts 35 procent van de ondervraagden is er zich van bewust dat insuline voor diabetespatiënten niet meer uit varkens maar uit gemodificeerde micro-organismen wordt gehaald. Maar 42 procent weet dat er genetisch gewijzigd katoen bestaat, vandaag alomtegenwoordig in kledij en bankbiljetten. Slechts 47 procent beoordeelt kaas die gemaakt wordt met stremseleiwit, geproduceerd door gemodificeerde micro-organismen, als positief. Dat terwijl we die kaas al jaren consumeren. Driekwart van de ondervraagden geeft dan ook aan in de media te weinig informatie over biotechnologie te vinden.

De volledige enquête kan nagelezen worden in het zomernummer van Eos-magazine.