Vlaanderen verwerkt veel meer Nederlandse varkensmest

De Nederlandse overheid publiceerde recent de exportgegevens voor dierlijke mest in 2010. De Mestbank bekeek de cijfers voor België en stelt vast dat 43 procent meer Nederlandse varkensmest geïmporteerd wordt. De mest komt terecht in Vlaamse mestverwerkingsinstallaties of op Vlaamse gronden van Nederlandse grensboeren. "Niet op grond van Vlaamse boeren", verzekert de Mestbank.

Nederland exporteerde in 2010 13 procent minder dierlijke mest dan het jaar voordien. Dit is vooral te wijten aan de daling van de export naar Duitsland met 18 procent. Deze daling werd gedeeltelijk gecompenseerd met een stijging van de export naar België (+9%) en naar Frankrijk (+10%). Duitsland is voor Nederland nog altijd het exportland bij uitstek (23,5 miljoen kg stikstof). België staat op de tweede plaats (6 miljoen kg) en Frankrijk op de derde plaats (3,6 miljoen kg).

De Mestbank ging na hoeveel dierlijke mest van Nederland naar België gaat en constateert dat de import van pluimveemest, rundveemest en paardenmest constant blijft. Er is wel een opmerkelijke stijging van de import van varkensmest (+43%). Met 1,7 miljoen kilo fosfaat is België en niet langer Duitsland het belangrijkste afzetgebied voor Nederlandse varkensmest. De export van varkensmest naar Duitsland werd meer dan gehalveerd naar 1,5 miljoen kilo fosfaat. De dikke fractie varkensmest werd eerder naar België uitgevoerd, terwijl nog veel drijfmest Duitsland als bestemming had.

De daling van de mestexport naar Duitsland wordt veroorzaakt door de relatief lage kunstmestprijzen waardoor Duitse akkerbouwers in 2010 minder belangstelling hadden om dierlijke mest uit Nederland te ontvangen. Bovendien eist Duitsland sinds kort een betere hygiënisatie van de dierlijke mest of dikke fractie die het land binnenkomt.

Uit de cijfers van de Mestbank blijkt dat de Nederlandse varkensmest in 2010 ofwel naar Vlaamse mestverwerkingsinstallaties werd getransporteerd (40%), ofwel werd de mest door Nederlandse grensboeren gebruikt voor het bemesten van hun Vlaamse landbouwpercelen (60%). Dat gebeurt dan met de zogenaamde ‘eigen mest - eigen grond’- bemesting die zonder transportdocumenten kan worden afgezet. "Er wordt dus geen Nederlandse varkensmest afgezet op Vlaamse landbouwgrond van derden", verzekert de Mestbank.

Tegenover 2009 merkt de Mestbank in 2010 een verdubbeling van de hoeveelheid Nederlandse varkensmest die naar Vlaamse verwerkingsinstallaties werd gevoerd (86% ruwe varkensmest, 14 % dikke fractie varkensmest). De mestverwerkingscapaciteit in Vlaanderen (circa 24 miljoen kg N) is dan ook beduidend groter dan in Nederland. Deze Nederlandse mest wordt samen met Vlaamse mest in Vlaanderen co-verwerkt tot organische, gehygiëniseerde bodemverbeteraars die hoofdzakelijk hun afzet vinden in Frankrijk.

De Mestbank publiceerde reeds in januari 2011 haar exportgegevens 2010 voor onbewerkte dierlijke mest. In totaal werd 5,1 miljoen kg stikstof ruwe mest geëxporteerd uit Vlaanderen, waarvan 1,45 miljoen kg stikstof naar Nederland. Het betreft voor 66 procent pluimveemest, voor 28 procent varkensmest en nog 6 procent andere mestsoorten. In 2009 lag de Vlaamse export naar Nederland met 0,9 miljoen kg N aanzienlijk lager.

Naar aanleiding van de varkensmeststroom van Nederland naar België, analyseerde de Mestbank de hoeveelheid varkensmest die de omgekeerde beweging maakte van Vlaanderen naar Nederland. De Mestbank stelt vast dat er ten opzichte van 2009 zes keer meer export plaatsvond in 2010. Naast afzet op eigen gronden door Vlaamse grensboeren, wordt de Vlaamse ruwe varkensmest hoofdzakelijk bij Nederlandse boeren afgezet. Nederland laat immers sinds het voorjaar van 2010 de import van onbewerkte varkensmest toe voor spreiding op landbouwgronden in Zeeuws-Vlaanderen. Dit was goed voor circa 376.000 kg stikstof.