Vlaanderen en Wallonië pakken diergezondheid samen aan

Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en haar Waalse tegenhanger Arsia gaan in de toekomst nauwer samenwerken. Tot nog toe opereerde elke organisatie afzonderlijk, maar was er op regelmatige basis wel al overleg. “Door deze samenwerking kunnen we een geweldige stap zetten richting duurzame en toekomstgerichte veehouderij die de belangen dient van alle Belgische veehouders en die in staat is om aan de nieuwe kwaliteitsverwachtingen van de consumenten te voldoen”, zeiden beide voorzitters bij de ondertekening van een intentieverklaring tot samenwerking.

DGZ is een vzw die veehouders ondersteunt bij de wettelijk verplichte identificatie en registratie van hun bedrijf en hun dieren. Dit vormt een onmisbare schakel bij het bewaken van de voedselveiligheid. De laboratoria van DGZ voeren elk jaar meer dan één miljoen laboratoriumonderzoeken en autopsies uit. Het grootste deel daarvan gebeurt binnen de officiële gezondheidsprogramma’s van de overheid. Daarnaast begeleidt DGZ ook veehouders en dierenartsen bij de monitoring, bestrijding en preventie van dierziekten. De organisatie heeft 170 medewerkers in dienst om al deze taken tot een goed eind te brengen.

In Wallonië is het de vzw Arsia die waakt over de gezondheid en registratie van de Waalse veestapel. In februari organiseerde de Waalse tegenhanger van DGZ drie opendeurdagen. Tijdens de laatste opendeurdag ondertekenden Jean Detiffe, voorzitter van Arsia, en Marcel Heylen, voorzitter van DGZ, een intentieverklaring tot nauwere samenwerking. “Dit druist in tegen het huidige tij van regionalisatie, maar wij zijn ervan overtuigd dat we door deze transregionale samenwerking de duurzame ontwikkeling van de diergezondheid in het algemeen en van de Belgische veehouderijsector in het bijzonder kunnen ondersteunen”, aldus beide organisaties.

Door de krachten te bundelen willen DGZ en Arsia een betere dienstverlening voor de veehouder ontwikkelen. “En dat tegen een nog betere kwaliteit-prijsverhouding voor de veehouders die meer dan ooit doeltreffende steun nodig hebben om het hoofd te beiden aan de vele uitdagingen die in het verschiet liggen”, klinkt het.

Binnenkort moet een eerste resultaat van die samenwerking al zichtbaar worden. Het zal gaan om de mobiele toepassing voor de administratieve opvolging van het pluimveetransport. Ze werd ontwikkeld door Arsia en zal zowel in Vlaanderen als in Wallonië gebruikt worden. Het is de bedoeling om de toepassing op termijn uit te breiden naar andere diersoorten. Daarnaast werkt DGZ aan een toepassing die beschikbaar is op tablets. Dierenartsen zullen ze kunnen gebruiken tijdens hun bedrijfsbezoeken in Vlaanderen en Wallonië wat een zeer precieze bedrijfsopvolging zal garanderen. Beide initiatieven passen in de verplichting om vanaf april 2021 enkel nog met digitale paspoorten te werken.

In een tweede fase willen DGZ en Arsia ook enkele grote, nationale projecten samen gaan aanpakken. Eén daarvan is de oprichting van een biobank die het mogelijk kan maken om de resultaten op te slaan van DNA-testen die kunnen worden uitgevoerd op basis van oorbiopten van alle runderen in België. “Zo’n biobank kan een traceerbaarheid van de stal tot op het bord mogelijk maken die 100 procent volledig en betrouwbaar is”, luidt het. Een ander actueel voorbeeld is de ontwikkeling van autovaccins. Die kunnen een alternatieve oplossing bieden tegen overmatig antibioticagebruik. “Dit vereist kennis en investeringen die gemakkelijker beschikbaar en haalbaar zijn als dit kan gebeuren op een grotere schaal”, aldus nog DGZ en Arsia.