Vlaamse regering laat vissers efficiënter werken

De zeevissers krijgen overheidssteun zodat ze binnen de grenzen van de Europese regelgeving zo efficiënt mogelijk kunnen werken. De Vlaamse regering besliste dat vrijdag. Ze probeert creatief om te springen met de visquota. Vlaams minister-president Yves Leterme had de steun vorige week al beloofd, toen hij samen met Europees commissaris voor Visserij Joe Borg de haven van Zeebrugge bezocht.

De reders hebben het moeilijk omdat ze van de EU niet onbeperkt vis mogen vangen. Tegelijk jaagt de dure diesel hen op kosten. De Vlaamse regering besliste vrijdag tijdens de ministerraad dat vissers voortaan met een motor van 1.600 pk mogen varen. Dat is belangrijk omdat ze daardoor met grotere boten op zee mogen en efficiënter kunnen werken.

De Vlaamse regering zoekt ook maatregelen om de visserijvloot in België te verankeren. Vissers zouden bijvoorbeeld worden verplicht met een Belgische bemanning te werken. Verder komt er een aparte vergunning voor de kustwateren. Die zijn vooral het werkterrein van de garnaalvissers, die vaak ook tong en platvissen vangen. Door de aparte vergunning voor de kustwateren komt verder in zee meer plaats vrij voor grotere boten.

Een eerder ministerieel besluit van Leterme verscheen vrijdag in het Belgisch Staatsblad. Met dat besluit blijven de visquota van Vlaamse vissers voorlopig in Vlaanderen. Wanneer vaartuigen worden verkocht, bijvoorbeeld na een faillissement, gaat de visvergunning mee met het vaartuig. Een deel van de Vlaamse visrechten is daardoor in Nederlandse handen gevallen. Dat is nu voorlopig niet meer mogelijk. Het gaat om een tijdelijke maatregel, waarover de Europese Unie zich nog moet uitspreken.

Compensaties voor de hoge olieprijzen krijgen de vissers niet. De Europese Commissie geeft wel subsidies voor vissers die zuiniger motoren gebruiken.