Vlaams PDPO III ter goedkeuring voorgelegd aan Europa

Het Vlaamse Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) is officieel ingediend bij de Europese Commissie. Dat programma streeft vier strategische doelstellingen na. Zo wordt er volop ingezet op jonge landbouwers, wordt er geïnvesteerd in innovatie en opleidingen en komt er ook een focus op het verhogen van de weerbaarheid en verduurzaming van de landbouwsector. Tot slot moet het ook de kwaliteit en vitaliteit van het platteland versterken. Voor de volledige periode tot 2020 gaat het in Vlaanderen om een budget van 693 miljoen euro.

Hoewel de besprekingen van de Europese wetteksten nog niet helemaal afgelopen waren, startte Vlaanderen al met de opmaak van haar eigen uitvoeringsprogramma. Na een brede consultatiedag werden de maatregelen uitgewerkt door de verschillende administraties. Op 24 januari 2014 hadden zijn hun werk al afgerond en was het PDPO III klaar voor goedkeuring door de Europese Commissie. Nu op 23 april de Partnerschapsovereenkomst tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië werd ingediend, heeft Vlaanderen ook het programma officieel ingediend bij de Europese Commissie.

Nieuw is dat dit PDPO III niet enkel een onderdeel is van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, maar ook van het Gemeenschappelijk Strategisch Kader (GSK). Dit omvat een strategie waarbinnen verschillende Europese fondsen samen moeten zorgen voor toegevoegde waarde aan de EU2020-strategie. Op Belgisch niveau diende er een Partnerschapsovereenkomst opgemaakt te worden die de samenhang tussen de verschillende Europese fondsen aangeeft. Nu die klaar is, kan het PDPO worden voorgelegd aan Europa.

“Met de maatregelen die opgenomen werden in het PDPO III kunnen we ervoor zorgen dat het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) de motor blijft van vernieuwing, innovatie en verduurzaming in de land- en tuinbouw”, legt minister-president Kris Peeters uit. “Het programma blijft daarnaast veel aandacht schenken aan de begeleiding van jonge landbouwers. Bovendien wordt er ingespeeld op de nieuwe Europese mogelijkheden in verband met risicobeheer, innovaties en producentenorganisaties.”

Volgens Peeters voorziet het programma ook in een aantal maatregelen die de landbouwsector zijn rol laten spelen in het natuurbeheer en bij de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen. “Wat het ruimere plattelandsbeleid betreft, wordt de samenwerking met de provincies – zowel inhoudelijk als financieel – bestendigd.” Voor de uitvoering van het programmadocument is voor de periode tot 2020 in totaal 693 miljoen euro voorzien, inclusief Vlaamse cofinanciering en overdracht uit pijler één.

De minister-president is tevreden dat het dossier op zo’n korte termijn kon worden ingediend. “De afgelopen maanden hebben we onze invulling van het PDPO III al officieus met de Europese Commissie besproken. Wij staan klaar om in bilaterale onderhandelingen dit proces snel vooruit te helpen. Ik reken op een snelle afhandeling zodat we uitvoering kunnen geven aan onze doelstelling om met deze maatregelen de professionele land- en tuinbouw in Vlaanderen te ondersteunen”, aldus Peeters.