Verbreding Schipdonkkanaal toch rendabel

De omstreden verbreding van het Schipdonkkanaal voor de ontsluiting van de zeehaven van Zeebrugge via de binnenvaart is wel rendabel bij een realistische groei van de haven. Dat blijkt uit de voorstelling door Waterwegen en Zeekanaal (W&Z) van de eerder in de media gelekte 'Haalbaarheidsstudie Seine Schelde-West'. Volgens de studie is de trafiekprognose voor het kanaal tegen 2030 - 9,8 miljoen ton - haalbaar bij een "hoge groei" tussen 3,4 en 7 procent. Maar het huidige groeicijfer van de Zeebrugse haven bedraagt 15 procent, luidt het.

Die "hoge groei" riep eerder al de nodige vraagtekens op. Bij de voorstelling kondigde Vlaams minister van Openbare Werken Hilde Crevits (CD&V) ook aan dat er een extra omgevingsstudie komt. De betrokken gouverneurs André Denys (Oost-Vlaanderen) en Paul Breyne (West-Vlaanderen) zullen het project waarin een "maatschappelijke visie over de verbreding moet ontwikkeld worden", begeleiden. Concreet zal die studie in kaart brengen wat de economische en toeristische mogelijkheden zijn bij een verbreed kanaal. Ook het landschappelijk aspect wordt bestudeerd.

Gouverneur Denys lijkt de verbreding van het kanaal alvast genegen te zijn. Hij spreekt van "zeer veel opportuniteiten indien het plan gerealiseerd wordt", zowel "economische" als "landschappelijke". Zo zou er sprake kunnen zijn van het uitbouwen van economische activiteiten langsheen het kanaal in Maldegem en Eeklo. Nu de haalbaarheidsstudie afgerond is, loopt nog het milieueffectenrapport (Plan-Mer). De afwerking van het Plan-Mer wordt eind 2008 verwacht, samen met de omgevingsstudie. Dan pas zal een beslissing aan de orde zijn.

"Voor je zo'n idee concretiseert, moet je eerst een aantal zaken onderzoeken, zoals de leefbaarheid", aldus Crevits. "We moeten extra bouwstenen aanvoeren voor we tot een goede beslissing komen", luidde het. De betrokken lokale besturen krijgen in het kader van de zogenaamde "klankbordgroep" nog enkele dagen de tijd om opmerkingen te formuleren over de haalbaarheidsstudie. Zij kregen de studie zelf pas vorige week onder ogen.

Volgens de studie was de verbreding van het Schipdonkkanaal de meest haalbare kaart. Opties twee en drie gingen uit van de verwijdering van de "middenberm" tussen het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal dat ernaast vloeit. De globale infrastructuurkost zou ongeveer 630 miljoen euro bedragen. Het rendement - met maatschappelijke kosten en bijvoorbeeld kosten verbonden aan CO2-uitstoot in kaart gebracht - komt dan uit op 4,2 procent op nationaal vlak en op 6,8 procent op internationaal vlak.

Met het verbrede kanaal zouden 200.000 vrachtwagenbewegingen per jaar uitgespaard worden aldus W&Z, goed voor 24 miljoen gereden kilometer per jaar die uitgespaard worden op het Belgische wegennet. Concreet gaat de trafiekprognose voor het kanaal om 9.433 scheepsbewegingen tegen 2030 op het kanaal. Indien het plan doorgevoerd wordt, zullen zeker onteigeningen volgen. Hoeveel er dat zullen zijn, is nog niet geweten. Daarvoor zou het wachten zijn op de concrete gedetailleerde plannen. Doel is om die onteigeningen in de "reservatiestrook" te houden. Dat is een strook langsheen het kanaal die "ingekleurd" is voor dergelijke uitbreidingen.

Het actiecomité "'t Groot Gedelf" is de voornaamste tegenstander van het dossier. Zij verzamelden al meer dan 15.000 handtekeningen. Bij hen leeft onder meer de vrees dat het toeristische aspect van het rustieke kanaal verloren zal gaan. Onder meer de situatie in Damme wekt de nodige onrust op.(KS)