nieuws

"Tuinbouw is schoonste stiel"

nieuws
Waar tot voor kort zijn aspergeserres stonden, ligt nu een braak veld met hier en daar wat overblijvend groengewas. De Noorderwijkse tuinbouwer Louis Beirinckx, die regelmatig de nieuwskolommen haalde met zijn primeurasperges, heeft zopas zijn pensioen aangevat. Bij de fruitveiling informeert hij zich nu over de manier waarop hij zijn hobbytuin moet beheren. "Tuinbouw is gewoon de schoonste stiel die er is. Je bent altijd met levend materiaal bezig. Je moet er bij wijze van spreken mee praten".
30 mei 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:04
Waar tot voor kort zijn aspergeserres stonden, ligt nu een braak veld met hier en daar wat overblijvend groengewas. De Noorderwijkse tuinbouwer Louis Beirinckx, die regelmatig de nieuwskolommen haalde met zijn primeurasperges, heeft zopas zijn pensioen aangevat. Met tijd en handen te kort.

Welk gevoel geven de afgebroken serres? Louis Beirinckx: In het begin was dat wel een beetje raar. Maar toen ze aan de afbraak begonnen, wilde ik toch dat het vooruitging. Ik hou bovendien toch nog een kast over met een hobbytuin. Die wil ik nog wat uitbreiden. Ik heb er heel wat groenten, drie soorten druiven, twee soorten kersen, frambozen, braambessen en wil nog kiwi's en nectarines bij. Daarvoor informeer ik mezelf bij de fruitveiling, want ik wil weten hoe je dat moet doen.

Je mag dan met pensioen zijn, de tuinbouw laat je duidelijk niet los? De liefde voor de tuinbouw blijft altijd spelen. Ik heb dit altijd geweldig graag gedaan. Het is me met de paplepel ingegeven. Mijn ouders waren tuinbouwers, vier van hun zes kinderen zijn in het vak gegaan en ook mijn eigen drie kinderen zijn actief in de sector. Een geeft les in de tuinbouwschool, mijn zoon heeft hiernaast een tomatenkwekerij die hij wil uitbreiden en een dochter is architecte in groenstructuren. Tuinbouw is gewoon de schoonste stiel die er is. Waarom? Je bent altijd met levend materiaal bezig. Je moet er bij wijze van spreken mee praten. Je moet de planten geven wat ze nodig hebben en de rest komt vanzelf. Een wielrenner die gaat koersen omdat hij er veel geld mee denkt te verdienen, wordt nooit een grote coureur.

Je hebt bekendheid verworven met je asperges, maar heb je altijd die teelt gedaan? We zijn 42 jaar geleden begonnen met sla en tomaten onder koud glas. Na tien jaar hebben we alles afgebroken en zijn met een modern groentebedrijf gestart, met aluminium kasten en verwarming. Dat was uitsluitend tomatenteelt. Na twintig jaar hadden we de keuze om zware investeringen te doen in nieuwe infrastructuur of alleen te investeren in een teelt zelf. Zo zijn we bij asperges uitgekomen. Die plantjes waren nu, na twaalf jaar, versleten. De asperges werden te fijn. Dat was het sein om te stoppen, al had ik daar zelf misschien nog geen zin in.

Het aspergeseizoen is van korte adem. Loont het dan wel? Het is een heel schone teelt en de kwaliteit van serreasperges is echt uitstekend. Maar aan jonge gasten zou ik asperges niet aanraden. Het is vooral interessant voor bedrijven waarvan het materiaal fiscaal afgeschreven is. Voor ons was het voordeel dat we drie maanden in ons bedrijf moesten werken en de rest van het jaar bij de kinderen konden helpen.

Je hebt verscheidene jaren de primeur­asperges op de veiling geleverd. Is dat vooral een ere­kwestie? De eer, maar ook de naambekendheid die je er door de publiciteit mee haalt. Buiten de hogere verkoopprijs die de koper voor primeurs neertelt, haal je er geen direct voordeel uit. Een heel ander eerbetoon was die keer dat ik asperges aan het koningshuis mocht leveren. Mijn vrouw Marie-José woonde met Agra in Hoogstraten het bezoek van de koningin bij. Die sprak haar toevallig aan en Marie-José vertelde de koningin over onze asperges. Een tijdje later kreeg ik in de serre telefoon van iemand het Hof. Die man nodigde ons uit om persoonlijk asperges te komen overhandigen. Dat was wel een belevenis. We mochten met onze auto binnenrijden. De koning of de koningin hebben we zelf natuurlijk niet gezien, hun secretaris nam de asperges aan.

Je lijkt me zo'n moderne gepensioneerde die tijd te kort komt. Absoluut. Ik sta elke morgen om 6 uur of nog vroeger op. Dikwijls rijd ik voor mijn zoon Luc naar de veiling. Ik probeer ook elke dag te sporten. Als het er een dag niet van komt, heb ik het gevoel dat er iets niet juist zit. In de winter is dat skiën en joggen, in de zomer vooral fietsen. Mijn vrouw heeft nu een echte koersfiets gekocht en vindt dat geweldig. Nu vraagt ze mij elke dag om een ritje te maken. Dat sportieve heeft er altijd in gezeten. Toen ik jong was, deed ik aan atletiek en cyclocross. Met het werk is dat wel wat stilgevallen. Daarnaast hebben we ook elf kleinkinderen. De open plek, waar onze serres stonden, willen we een beetje als kinderparadijs voor hen inrichten, met speeltuigen en dieren.(KS)

Bron: Gazet van Antwerpen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek