Strengere regels voor opslag stalmest op landbouwgrond

Nieuwe regels voor de opslag van vaste dierlijke mest moeten de waterkwaliteit helpen verbeteren. Een flyer van de Vlaamse Landmaatschappij geeft een mooi overzicht van de maatregelen die vanaf 15 november ingaan. Van 15 november tot en met 15 januari zal stalmest niet langer gestockeerd mogen worden op landbouwgrond. Een mesthoop op een perceel moet sowieso binnen de maand uitgespreid worden.

Tegen de zomer van 2014 mogen maximaal 16 procent van de MAP-meetpunten de grens van 50 mg nitraat per liter water overschrijden. Om de uitspoeling van stikstof verder terug te dringen, mag stalmest in het putje van de winter niet langer afgevoerd worden naar landbouwpercelen. Een landbouwer die dieren op stro houdt, moet van 15 november tot en met 15 januari in opslag van stalmest op de boerderij kunnen voorzien.

Vaste dierlijke mest is naast stalmest ook champost, de vaste fractie na het scheiden van dierlijke mest en dierlijke mest met een drogestofgehalte van minimum 20 procent. Wanneer de producenten van die andere vaste mestsoorten nog niet beschikken over twee maand opslagcapaciteit dienen ook zij te investeren in een opslagplaats op het bedrijf.

De mest mag op het bedrijf niet eender waar gestockeerd worden aangezien de opslagplaats aan enkele milieueisen moet voldoen. Zo moet de vloer ondoordringbaar zijn zodat er geen mestsappen kunnen uitspoelen naar de bodem. Langs drie zijden is de opslagplaats omgeven door volledig mestdichte wanden. De open zijde is zo aangelegd dat de mestsappen niet kunnen wegvloeien uit de opslagplaats. Ze moeten samen met het regenwater dat van de mesthoop spoelt, opgevangen worden in een mestput.

Vanaf 16 januari mag de landbouwer vaste dierlijke mest weer opslaan op zijn percelen. Maar ook dan moet hij rekening houden met een aantal voorwaarden. Op een perceel mag niet meer mest liggen dan er zal worden uitgespreid. Het uitspreiden van de mest moet binnen de maand na opslag op het perceel gebeuren. De mesthoop moet minimaal 100 meter van de woningen van derden liggen. Ook moet er 10 meter afstand gehouden worden van de perceelsgrens en het oppervlaktewater. Mestsappen mogen nooit afvloeien naar het oppervlaktewater of naar niet-landbouwgrond. Vooral op hellende percelen vraagt dat extra aandacht.

De nieuwe voorwaarden voor de opslag van dierlijke mest op landbouwgrond werden in 2011 al opgenomen in het Mestdecreet. Ze maken deel uit van een reeks maatregelen die moeten helpen om de nitraatverliezen naar het oppervlakte- en grondwater te minimaliseren. Landbouwers dragen een grote verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de waterkwaliteit. De Vlaamse Landmaatschappij bedankt hen alvast voor hun inzet voor een beter leefmilieu.

Meer info: Flyer 'Opslag vaste dierlijke mest'