“Stadslandbouw heeft meer toekomst dan ooit”
4 november 2020Stadslandbouw begint meer en meer ingeburgerd te geraken. Zes jaar geleden was dat nog niet echt het geval. Eén van de pioniers van toen, Sabien Windels van Roof Food, blikt in De Morgen terug op een bewogen periode. Maar intussen is ze al met een nieuw project bezig: Windels wil de rest van Vlaanderen helpen om daken te vergroenen.
‘Handelsingenieur wordt dakboerin': zo kondigde De Gentenaar in de zomer van 2014 Roof Food aan, het project van Sabien Windels. Op een plat dak met een grootte van 500 vierkante meter bouwde ze een dakmoestuin uit die de naam Roof Food kreeg. Van bij het begin legde Windels de lat hoog. Ze wilde verder gaan dan een project dat enkel dankzij overheidssteun zou kunnen bestaan. Roof Food moest bewijzen dat er met landbouw op het dak in de stad geld kon verdiend worden.
Gidsrol
Eenvoudig was het traject dat Windels afgelegd heeft, niet. “Met wat ik nu weet, zou ik een aantal zaken anders aanpakken. Maar dat is eigen aan pionieren”, blikt ze terug. Maar haar initiële overtuiging blijft overeind: daken, en bij uitbreiding moestuinen, kunnen een belangrijke rol spelen in de vergroening van steden.
Stedelijke grond vrijmaken voor landbouw ligt niet voor de hand
Ook ILVO-onderzoeker Elke Rogghe benadrukt de kansen die daken in de steden bieden. “Voedsel brengt niet veel op. Stedelijke grond vrijmaken voor landbouw is niet evident, die kan beter gebruikt worden om woningen of bedrijven op te plaatsen. Maar als je beide kan combineren, dan is er een win-win”, stelt ze. Niet alleen wordt de ruimte efficiënter bewust, mensen in de stad worden ook opnieuw in contact gebracht met de natuur.
De ervaring die ze heeft opgedaan bij Roof Food wil Sabien Windels nu zo breed mogelijk gaan delen. “De tijd is rijp om verder te mikken dan één dak. “Wij hebben de nodige expertise om projectontwikkelaars en architectenbureaus te adviseren die spelen met het idee om een daktuin of moestuin te integreren in hun projecten of ontwerpen. Dat kan zowel in de ontwerpfase als bij de uitrol”, aldus Windels.
Ze ziet de sector rond stads- en daklandbouw dan ook professionaliseren. Ze ziet inspirerende voorbeelden in het buitenland, maar ook in eigen land. “Denk aan PAKT in het Groen Kwartier in Antwerpen en de tuinen van de Abattoirs in Anderlecht. Ook in Roeselare wordt een ambitieuze serre van 8.000 vierkante meter uit het dak gestampt. Agrotopia moet dé hub voor voor innovatieve stadstuinbouw worden”, luidt het.
Zit er toekomstmuziek in stadslandbouw?
Of er echt een toekomst is weggelegd voor stads- en daktuinbouw, is volgens Elke Rogghe van ILVO niet vanzelfsprekend. “Puur economisch is het een moeilijk verhaal. Heel wat van die projecten draaien op vrijwilligers en vaak wordt onvoldoende geproduceerd om er een rendabele boerderij mee te runnen”, meent ze. Maar toch zijn zo’n projecten om andere redenen van belang. “Ze kunnen een heel belangrijke rol spelen op sociaal of educatief vlak. Stadstuinen brengen mensen samen, ze leren kinderen die opgroeien in steden toch in contact te komen met de natuur. Bovendien verplicht de stedelijke context om te innoveren.”
Groendaken kunnen helpen om een verschil te maken in de klimaatproblematiek
Sabien Windels ziet dan weer een belangrijke rol voor groendaken en stadslandbouw in de klimaatproblematiek. Ze wijst erop dat planten CO2 uit de lucht halen, de daken zullen er volgens haar ook voor zrogen dat we slimmer en beter omgaan met water. “Nu valt dat op daken en stroomt het rechtstreeks de riolering in, terwijl de het in droge zomers bijzonder goed kunnen gebruiken.”
De nieuwe weg die Roof Food nu uitgaat, wordt in de ogen van Windels opnieuw een serieuze uitdaging. Ze ziet wel één en ander bewegen, maar het gaat nog steeds traag. Dat komt volgens haar door de verscheidenheid aan projecten. “Aan de ene kant heb je projecten die op lokaal niveau het verschil maken, vooral door mensen samen te brengen. Aan de andere kant zijn er commerciële ondernemersprojecten die rendabel willen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat wij bij Roof Food die werelden met elkaar kunnen verbinden”, besluit ze.
Bron: De Morgen