Spaanse ggo-maïs vermindert pesticidengebruik

In Spanje vermindert genetisch gewijzigde maïs het pesticidengebruik. De ingebouwde weerstand tegen een vraatinsect garandeert ook een betere oogst als de plaag toeslaat. Dat blijkt uit een studie van de Europese Commissie. “De landbouwers die ggo-maïs telen, sproeiden in de onderzochte periode gemiddeld nog maar 0,32 keer per jaar, terwijl landbouwers met conventionele maïs gemiddeld 0,86 sproeibeurten toedienden per jaar”, meldde één van de onderzoekers tijdens een biotechnologieconferentie in het Italiaanse Como.

Sinds 1998 wordt in Spanje op commerciële schaal genetisch gewijzigde maïs (Bt-maïs) geteeld, in 2006 goed voor zo'n 53.000 hectaren of vijftien procent van het Spaanse maïsareaal. Aan het erfgoed van de maïs is een stuk DNA toegevoegd waardoor de plant een weerstand krijgt ingebouwd tegen de maïswortelboorder, een plaag die in Zuid-Europa en de Verenigde Staten de maïsoogst beschadigt en waartegen in de conventionele teelt geregeld pesticiden worden gesproeid.

Zeventig procent van de biotech-boeren sproeide helemaal geen insecticiden tegen de maïswortelboorder, terwijl maar 42 procent van de conventionele boeren de insecticiden volledig achterwege liet. De betere ziektecontrole leidde in geteisterde gebieden tot een hogere opbrengst. In de streek van Zaragoza lag de oogst van de ggo-maïs per hectare gemiddeld twaalf procent hoger dan van conventionele maïs. Dat leverde de boeren jaarlijks zo'n 122 euro per hectare extra op.

De streek van Zaragoza werd het sterkst geteisterd door de maïsplaag, zodat de gewijzigde planten er een tastbaar voordeel hadden. In de andere streken verschilde de opbrengst niet wezenlijk van de conventionele teelt. De biotech-maïs wordt in Spanje gebruikt voor veevoeder, zodat de verkoop relatief weinig problemen (publieke tegenstand) oplevert. De landbouwers kregen dan ook een normale prijs voor hun ggo-maïs.

Een grotere oogst betekent dus meer inkomsten. Anderzijds moesten de boeren in Zaragoza de grootste meerprijs betalen voor de aankoop van het genetisch gewijzigde zaaigoed, maar hun winst was voldoende groot om die extra kost ruimschoots te compenseren. Ook in de andere streken, waar het biotech-zaad meer kostte dan gewoon zaad, bleef de balans positief.

De resultaten zijn gepubliceerd in het vakblad Nature Biotechnology. Een eerdere studie in Zuid-Afrika wees eveneens op een hoger inkomen door genetisch gewijzigde maïs. In de toekomst kan de winst van biotech-maïs in Europa wel aangetast worden door de maatregelen die nodig zijn om gewijzigde en niet-gewijzigde maïs apart te houden. De meeste Europese landen stellen momenteel dergelijke regels van coëxistentie op, die vermoedelijk vooral de producenten en verwerkers van gengewassen geld zullen kosten.(GL)