Slachthuizen en mengvoederfabrikanten likken wonden
nieuwsDe vogelpestuitbraken mogen dan al lang verleden tijd zijn en de eerste vergoedingen aan de getroffen pluimveehouders uitbetaald, de pluimveeslachterijen en fabrikanten van mengvoeders kampen ook vandaag nog met de gevolgen. Ze berekenden de voorlopige schade op respectievelijk 11,6 en 5,1 miljoen euro.
Tijdens de vogelpestcrisis was het vervoer van broedeieren naar broeierijen en van eendagskuikens naar pluimveebedrijven drie weken lang verboden. Daardoor viel 6 weken later -dat is de periode waarin een kuiken slachtrijp wordt- de aanvoer van kippen in de slachthuizen nagenoeg stil. Normaal worden er wekelijks 4,8 miljoen braadkippen geslacht, waarvan 4 miljoen uit België. Dat aantal viel eind mei-begin juni terug op amper éénvijfde. Gevolg was dat braadkippenslachthuizen de deuren moesten sluiten.
Gespecialiseerde soepkippenslachthuizen zijn voor de helft van hun aanvoer aangewezen op Nederland. Maar die viel in februari, toen bij onze noorderburen de vogelpest uitbrak, volledig weg. Maandenlang draaiden deze slachthuizen op ongeveer 15 procent van hun normale capaciteit. En vermits de pluimveestapel in Nederland fors verminderd is, zal die aanvoer nog 1 à 2 jaar problematisch blijven, voorspelt Ann Truyen van de Vereniging van Belgische Industriële Pluimveeslachterijen. Ook de aanvoer van braadkippen uit Nederland en Duitsland -300.000 per week- stokte trouwens door handelsbeperkingen.
Tweederde van de productie in de Belgische pluimveesector is bestemd voor export. Maar na het uitbreken van de vogelpestcrisis stelden veel 'derde landen' een embargo in voor Belgisch vlees. Het opheffen van dat embargo zal minstens 1 tot 1,5 jaar duren. Bovendien werden grote partijen vlees geweigerd en teruggezonden, diepvriesvoorraden werden onverkoopbaar.
Ook in het binnenland leidde de crisis tot een verlies van de marktpositie. Landen als Polen en Hongarije (met vers vlees) en Brazilië en Thailand (met diepvriesvlees) palmden onze binnenlandse markt in, die door de lange onderbreking in de keten fors werd verstoord. "Het is zeer reëel dat de import van gevogeltevlees een structureel gegeven wordt", vreest Truyen. "Zo'n bres is nooit eerder geslagen in de commercialisering van Belgisch kippenvlees. Over enkele maanden zullen de commerciële en financiële gevolgen duidelijk zijn".
Door de langdurige vervoersbeperkingen, waardoor geen eieren konden uitgebroed worden en geen ééndagskuikens worden vetgemest, daalde de braadkippenstapel met zowat 15 procent. En dat betekent bijgevolg ook minder nood aan voeder. "Vandaag wordt de totale mengvoederproductie voor braadkippen geraamd op minder dan een kwart van de normale weekproductie", verduidelijkt Yvan Dejaegher van Bemefa, de beroepsfederatie van de mengvoederfabrikanten.
Ook het mengvoeder voor legkippen en voor ander pluimvee -zoals kalkoenen- viel fors terug, net als de export. In totaal wordt de productiedaling voor de Belgische mengvoedersector vandaag geraamd op 205.015 ton. "Op 6 miljoen ton kan dat misschien niet veel lijken. Maar sommige fabrikanten produceren enkel of hoofdzakelijk voeder voor pluimvee en voor hen betekende dit opnieuw een zware klap. En dat net op een moment dat de sector hard gewerkt had om de gevolgen van de dioxionecrisis te boven te komen", zegt Dejaegher.
Beide sectoren wijzen erop dat het om voorzichtige ramingen gaat. Extra variabele kosten -reinigen van slachthuizen en voederbedrijven, beperkte leveringen, quarantainemaatregelen...- werden niet meegerekend. Op economische steunmaatregelen lijken de sectoren niet te kunnen rekenen.
"We worden van het kastje naar de muur gestuurd. Voor de ene vallen we onder de bevoegdheid van Landbouw, voor de andere onder die van Economie". En ook bij de RVA kunnen de sectoren -die samen circa 6.500 mensen te werk stellen- op weinig begrip rekenen voor het aanvragen van het statuut van economische werkloosheid als gevolg van overmacht. "Vogelpest? Die is toch al lang voorbij?", krijgen ze meer dan eens verwonderd te horen. "Vandaag zijn er nog steeds slachthuizen die enkele dagen per week niet draaien. Nog steeds zijn werknemers tijdelijk werkloos als gevolg van de vogelpest", benadrukt Johan Van Bosch, algemeen secretaris van het Belgisch Verbond van Pluimveeslachthuizen.
Bron: Belga