Sanitair Fonds cofinanciert pilootfase biggenmonitor

Tijdens Agribex bracht Dierengezondheidszorg (DGZ) Vlaanderen alle partners in dierziektebestrijding samen om aan te kondigen dat een nieuwe stap wordt gezet in de richting van een gezonde rundvee- en varkensstapel. Aan de bestrijding van IBR hebben we al uitgebreid aandacht besteed. Ook de varkenssector richt zich steeds meer naar preventie. Eerder dit jaar heeft DGZ de ‘biggenmonitor’ gelanceerd. Dit programma wil varkenshouders stimuleren om samen met hun bedrijfsdierenarts PRRS en circovirus aan te pakken in het kraamhok. Dankzij de financiële steun van het Sanitair Fonds kan dit in de pilootfase van het project op een bijzonder voordelige manier.

De gezondheidsstatus van een varkensbedrijf verbeteren, begint bij de biggen. In de kraamstal komen twee ziekten met een grote economische impact in beeld: PRRS (porcien reproductief en respiratoir syndroom) en circovirus. Deze ziekten zorgen voor vruchtbaarheidsproblemen bij de zeugen en na het spenen kunnen ze een ernstige impact hebben op de biggen. Op een bedrijf waar deze virussen onder controle gehouden worden, is al snel een kostenbesparing tot zes euro per vleesvarken te realiseren. Dat is te danken aan een hogere groei, lagere voederconversie, lagere biggensterfte en een verminderd antibioticumgebruik.

Meer redenen had de werkgroep varkens van het Sanitair Fonds niet nodig om een aanzienlijk budget vrij te maken voor de pilootfase van het project ‘biggenmonitor’, dat een voorbeeld wil stellen voor de hele sector. Het Sanitair Fonds wordt gespijsd door een solidariteitsbijdrage van veehouders en mee beheerd door de overheid. Het gefinancierde project versterkt de relatie tussen een veehouder en zijn dierenarts. De eerste stap is een bloedonderzoek, meer bepaald een steekproef bij 30 varkens uit verschillende leeftijdsgroepen om na te gaan in welke mate PRRS – en optioneel ook het circovirus – aanwezig zijn op het bedrijf, of antistoffen.

Tezelfdertijd wordt via een enquête gepeild naar economische kengetallen op het bedrijf. Een overzichtelijk rapport bundelt al die informatie en vormt de basis voor de bedrijfsdierenarts om samen met de varkenshouder een bedrijfsspecifiek plan van aanpak op te stellen. In de loop van het jaar wordt dit plan via een tweede staalname geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd. Het programma voorziet ook in de typering van het PRRS-virus om na te gaan of er nieuwe stammen op het bedrijf binnenkomen. Ten slotte kunnen de veehouders en hun dierenartsen deelnemen aan communicatiegroepen waarin ze hun ervaringen kunnen uitwisselen.

Reeds honderd varkenshouders hebben ingetekend op de biggenmonitor. Zij zijn overtuigd dat de inzet op ziektepreventie loont. Voor de deelnemende bedrijven financiert het Sanitair Fonds 85 procent van de analysekosten. Een beslissing die voogdijminister Willy Borsus nam in samenspraak met de sector, verduidelijkt Denis Volckaert, directeur van Dierengezondheidszorg Vlaanderen. De kostprijs van staalnames zou ziektepreventie nooit in de weg mogen staan want op iets langere termijn betaalt zich dat terug. Erik Mijten, directeur studiedienst Boerenbond, ziet dat als volgt: “De crisis in de varkenshouderij mag ons niet beletten om stappen in de richting van een betere diergezondheid te zetten want gezondere dieren zorgen voor betere resultaten.”