"RUP Ieperboog maakt nieuw Bokrijk van landbouwregio"
nieuwsLokale besturen en middenveldorganisaties kregen recent inzage in het eerste voorstel van het RUP Ieperboog-zuid waarin landbouw- en nieuwe natuurbestemmingen worden afgebakend. Els Morlion, provincieraadslid en tevens gemeenteraadslid in Ieper, vreest dat de plannen de regio laten “doodbloeden tot een nieuw Bokrijk”. “Bijna het ganse gebied wordt ingetekend als erfgoedlandschap”, verduidelijkt ze.
De Vlaamse regering wil de belangrijkste overblijfselen van het WOI-erfgoed in de ‘frontstreek’ laten erkennen als UNESCO-Werelderfgoed. De UNESCO-erkenning en de daarmee gepaard gaande 100-jarige herdenking van WOI in 2014 zorgen ervoor dat spoed moet worden gezet achter het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Dat daarvoor een ganse regio afgebakend moet worden als erfgoedlandschap, doet het West-Vlaamse provincieraadslid Morlion wijzen op de socio-economische gevolgen van dergelijke afbakening.
“Het ganse gebied dat reeds grote delen herbevestigd agrarisch gebied bevat, is ingekleurd als bouwvrij agrarisch gebied ofwel in overdruk natuurverweving. Bijna de volledige streek ten zuiden van Ieper, gans Heuvelland en een deel van Zonnebeke, Mesen en Poperinge zou ook erfgoedlandschap worden”, schetst Morlion. “Welke beperkingen zal men ons opleggen eens alles vastligt in een ruimtelijk uitvoeringsplan?” Het is volgens haar maar de vraag of landbouwbedrijven zich voldoende kunnen aanpassen aan nieuwe normen om er een toekomstgerichte en rendabele bedrijfsvoering op na te houden.
“Ofwel blijven de plannen wat ze zijn en bloedt onze streek dood tot een nieuw Bokrijk ofwel worden de plannen serieus aangepakt”, zegt Morlion. Tot slot vindt zij het niet kunnen dat de landbouwadministratie amper de tijd kreeg om zijn werk te doen want “het vraagt veel meer tijd om rekening te houden met de actieve boeren en hun bedrijfszetels dan dat er nodig is om in enkele pennentrekken een plan in te tekenen als groen en erfgoedlandschap”.
Navraag bij het Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, leert dat het in een planningstraject van zes werkdagen van eind januari tot begin maart voor geen enkele van de betrokken administraties van ruimtelijke ordening, leefmilieu, onroerend erfgoed en landbouw haalbaar was om een goed onderbouwd RUP-voorstel uit te werken. Het is de tijdsdruk die het planningsteam van de Vlaamse administraties naar verluidt parten speelt.
De administratie leefmilieu kon tijdens de vordering van de planningsdagen onvoldoende kwantitatief inschatten in welke mate het plan voldeed aan de natuurdoelstellingen. De administratie onroerend erfgoed had de voorbereiding van de onderbouwende ankerplaatsdossiers voor het erfgoedlandschap nog niet afgerond. De landbouwadministratie kon onmogelijk de individuele socio-economische impact van het RUP op elk landbouwbedrijf nagaan zolang het globale beeld van nieuwe groene bestemmingen niet bekend was. Dat duurde zo tot de laatste planningsdag waarop nieuwe groene bestemmingen ter bespreking bleven.
Nu het globale plaatje met het eerste RUP-voorstel is gekend, verzekert de landbouwadministratie dat zij de komende weken die impactanalyse wel zal kunnen uitvoeren. De landbouwimpactanalyse, de mate van tegemoetkoming aan de natuurdoelstellingen in het eerste RUP-voorstel en een toetsing van het bouwvrij agrarisch gebied en van de overdruk natuurverweving aan onder meer de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, zullen leiden tot een aanpassing van het RUP-voorstel.
Beeld: www.westhoek.be