RUP Getevallei ketst af op flankerend landbouwbeleid

De Vlaamse overheid maakte een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor de Getevallei tussen Budingen en Halen. Het ontwerpplan voor een groot aaneengesloten natuur- en bosgebied van 500 hectare wordt evenwel niet goedgekeurd. De natuur- en landbouworganisaties slaagden er niet in om samen met de Vlaamse regering binnen de lopende procedure oplossingen uit te werken voor de getroffen landbouwbedrijven.

Eind 2010 keurde de Vlaamse regering het ontwerpplan voor de vallei van de Gete, Melsterbeek en Graasbeek goed. Door de natuur te versterken, zou de vallei weer volop de functie van natuurlijk waterbergingsgebied krijgen. Daarmee kwam het plan tegemoet aan de doelstellingen van het integraal waterbeleid en de afspraak om in Vlaanderen bijkomende natuur- en bosgebieden te realiseren. De overige valleidelen en de hoger gelegen gebieden bleven voor de landbouw bestemd.

Het gewestplan, dat dateert van 1978, had het valleigebied grotendeels ingekleurd als landbouwgebied. Intussen zijn grote delen van het centrale, natte en overstromingsgevoelige deel van de vallei al bebost of in natuurbeheer. Binnen het gebied dat het RUP zou bestemmen als natuurgebied worden vandaag nog een beperkt aantal zones gebruikt door een aantal landbouwbedrijven. Voor deze landbouwers voorzag de Vlaamse overheid dan ook een schadevergoeding.

Natuur- en landbouworganisaties waren vooraf betrokken bij de opmaak van het ontwerpplan. Op basis van de bezwaren die landbouwers geuit hebben tijdens het openbaar onderzoek, hebben beide partijen samen met de Vlaamse overheid naar oplossingen gezocht op maat van de getroffen bedrijven. Dat bleek niet mogelijk binnen de lopende goedkeuringsprocedure.

“In de laatste fase van de plannen raakten we het niet eens over het flankerend beleid voor de getroffen landbouwers, het efficiënt inrichten van het gebied en het opzetten van een grondenbank om enkele intensief bewerkte landbouwpercelen zoals fruitboomgaarden uit de plannen te lichten”, vertelt Saartje Degelin, adviseur Ruimtelijke Ordening en Natuur bij Boerenbond.

Daarom vonden de Vlaamse regering en de betrokken organisaties het niet aangewezen het ontwerpplan goed te keuren zodat het oude gewestplan van kracht blijft. De administratie van Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening zal samen met het Vlaams coördinatieplatform de concrete verbetervoorstellen formuleren. Samen zullen ze nagaan in hoeverre een bijsturing nodig is van de regels inzake vergoedingen en bemesting en de mogelijkheden voor aankoop of grondenruil. Dit moet meer oplossingen op maat mogelijk maken.

Volgens Degelin mag het afketsen van de plannen niet als onverdeeld positief voor de landbouw worden beschouwd. “Landbouwers die met meerdere percelen in het RUP vielen, zullen misschien opgelucht ademhalen, maar boeren wiens bedrijf grenst aan de vallei hebben met het oog op hun toekomst vooral nood aan rechtszekerheid over de bestemming van het gebied”, legt ze uit.