Recordcijfers voor Nederlandse landbouwhandel

De Nederlandse agrohandel groeide in 2019 opnieuw met 4,6 procent. In totaal exporteerde het land voor maar liefst 94,5 miljard euro aan landbouwproducten, een nieuw record. De groei is voor twee derde het gevolg van een stijging van de exportprijzen en een derde is toe te wijzen aan een groter exportvolume. “Deze exportcijfers laten zien dat de Nederlandse land- en tuinbouw mondiaal een belangrijke positie in handen heeft”, zei Nederlandse landbouwminister Carola Schouten tijdens de Grüne Woche in Berlijn.
17 januari 2020  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:51
Lees meer over:

De Nederlandse agrohandel groeide in 2019 opnieuw met 4,6 procent. In totaal exporteerde het land voor maar liefst 94,5 miljard euro aan landbouwproducten, een nieuw record. De groei is voor twee derde het gevolg van een stijging van de exportprijzen en een derde is toe te wijzen aan een groter exportvolume. “Deze exportcijfers laten zien dat de Nederlandse land- en tuinbouw mondiaal een belangrijke positie in handen heeft”, zei Nederlandse landbouwminister Carola Schouten tijdens de Grüne Woche in Berlijn.

De belangrijkste afzetmarkten voor Nederland zijn de buurlanden. Een kwart van de geraamde totale export gaat naar Duitsland (23,6 miljard euro), gevolgd door ons land ( 10,8 miljard euro). De derde en vierde plaats worden ingenomen door respectievelijk het Verenigd Koninkrijk (8,7 miljard euro) en Frankrijk (7,7 miljard euro). Daarmee zijn de vier buurlanden van Nederland goed voor 54 procent van de totale Nederlandse landbouwexport.

De grootste groeimarkt voor Nederlandse landbouwproducten is Duitsland. Tussen 2018 en 2018 steeg de export richting dat land met 878 miljoen euro. China volgt op de tweede plaats met een surplus van 538 miljoen euro. Dat staat gelijk aan een groei van 22 procent op één jaar tijd, voornamelijk als gevolg van de grote groei in de export van varkensvlees en babymelkpoeder. In totaal exporteerde Nederland voor drie miljard euro landbouwproducten naar China.

In een gezamenlijk rapport van de Wageningen Universiteit en het Centraal Bureau voor Statistiek staat dat de export van onbewerkte en bewerkte landbouwproducten in 2019 bijna 42 miljard euro opleverde voor de Nederlandse economie. Dat is berekend door de importwaarde van de goederen en diensten die nodig zijn om de landbouwproducten te produceren en te exporteren, af te trekken van de exportwaarde. Nederland verdient het meeste aan sierteelt (5,8 miljard euro), zuivel en eieren (4,3 miljard euro), vlees (4 miljard euro) en groenten (3,5 miljard euro).

De export van landbouwgerelateerde producten groeide in 2019 eveneens met acht procent naar 9,9 miljard euro. Het gaat daarbij onder meer om landbouwmachines, serrematerialen en machines voor de voedingsindustrie. Ook hier gaat het opnieuw om een record. Buurlanden Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn samen met de Verenigde Staten goed voor de helft van de totaalexportwaarde aan landbouwgerelateerde producten.

“Ik ben er trots op dat deze groei van de productie gepaard gaat met aanzienlijke verduurzaming op vlak van milieu, energie en duurzaam grondstoffengebruik”, aldus minister Schouten. “Ik merk dat andere landen vol interesse kijken naar onze manier van produceren: naar de schaal waarop we produceren, maar ook naar de kennis en de technieken waarmee we dat doen. Onze technologische innovaties in de landbouw gaan de hele wereld over. Die kennis en kunde kunnen we nog veel meer delen, ook om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen.”

Ter vergelijking, Vlaanderen exporteerde in 2018 (de cijfers voor 2019 zijn nog niet bekend, nvdr) 38,4 miljard euro, een stijging van één procent in vergelijking met het jaar voordien. De import van agrovoedingsproducten bedroeg in 2018 32 miljard euro. Dat zorgde voor een positieve Vlaamse handelsbalans voor agrarische producten van 6, 4 miljard euro, een stijging van vijf procent in vergelijking met 2017.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek