Parasitaire onkruiden zoeken slachtoffers via geur
nieuwsPlanten van de warkruidfamilie kunnen niet zelfstandig overleven omdat zij te weinig bladgroen of bladoppervlak hebben om zelf voldoende voedingsstoffen aan te maken via fotosynthese. Ze hangen als een harig kluwen aan hun gastheer. Een kiemend warkruidzaadje moet dan ook als de bliksem op zoek naar een gastheer, want de eigen suikervoorraad is beperkt. Als het daarin niet binnen een paar dagen slaagt, gaat het dood. Een kiemend warkruidzaadje vormt een bleke langgerekte spruit die in een draaiende beweging uitgroeit.
De Moraes en zijn team ontdekten dat de draaibeweging van de spruit niet willekeurig is. Hij groeide significant vaker uit in de richting van een naburig tomatenplantje van twintig dagen oud. Datzelfde deed zo'n spruit ook in reactie op slechts de geur van jonge tomatenplanten. Verdere experimenten lieten zien dat warkruidzaailingen ook gericht afgingen op naburige vlijtige liesjes en tarweplantjes, hoewel dat laatste niet echt van harte ging. Opvallend is dat tomatenplanten en vlijtige liesjes gastheren zijn voor warkruid, maar tarwe niet.
Het team van De Moraes analyseerde vervolgens de reactie van de parasietzaailingen op zeven vluchtige componenten die zij hadden geïsoleerd uit de geur van tomatenplanten. De zaailingen werden vooral aangetrokken tot bèta-phellandreen, bèta-myrceen en in iets minder mate alfa-pineen. Bèta-myrceen komt ook vrij uit tarwe. Maar zes andere geurcomponenten uit de tarweplant hadden geen aantrekkingskracht op de parasiet. Wel bleek er in tarweplanten een andere vluchtige stof een afstotende werking te hebben op het warkruid. Deze vondst verklaart waarom warkruid, als het de keuze heeft, jonge tomaat verkiest boven tarwe.
Bron: De Standaard