nieuws

Op enkele jaren bijna de helft minder pluimveebedrijven

nieuws
De sterke prijsstijging van voedergronstoffen zorgt voor onrust in de pluimveehouderij, schrijft Boer&Tuinder. Zo'n kostenstijging kan in de praktijk niet doorgerekend worden in de prijs van eieren of braadkippen. Niet onlogisch dus dat het aantal bedrijven met leghennen halveerde tussen 2001 en 2009. Het aantal vleeskippenbedrijven daalde van een 900-tal in 2001 naar 550 in 2009.
13 augustus 2012  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:19
Lees meer over:

De sterke prijsstijging van voedergronstoffen zorgt voor onrust in de pluimveehouderij, schrijft Boer&Tuinder. Zo'n kostenstijging kan in de praktijk niet doorgerekend worden in de prijs van eieren of braadkippen. Niet onlogisch dus dat het aantal bedrijven met leghennen halveerde tussen 2001 en 2009. Het aantal vleeskippenbedrijven daalde van een 900-tal in 2001 naar 550 in 2009, zo blijkt uit het overzicht van sectorfederatie VEPEK.

Het Verbond voor pluimvee, eieren en konijnen (VEPEK) maakte een volledig overzicht van de Belgische pluimvee- en konijnenhouderij. Uit het verzamelde cijfermateriaal voor de eiersector blijkt dat er duidelijk minder consumptie-eieren geproduceerd worden. Bovendien is België netto-importeur geworden van eiproducten. In 2001 telde ons land bijna 9,2 miljoen leghennen. Na een opmerkelijke daling van het aantal dieren, stagneert de leghennenstapel op 7,5 miljoen dieren in 2009.

Het aantal bedrijven met meer dan 20 legkippen is gehalveerd van 4.934 bedrijven in 2001 naar minder dan 2.473 bedrijven in 2009. Het overzicht van VEPEK leert voorts dat de grotere bedrijven een steeds groter aandeel van de pluimveestapel huisvesten. Bijna de helft van de legkippen bevindt zich op zowat 250 bedrijven met meer dan 50.000 kippen. De leghennenhouderij situeert zich vooral in West-Vlaanderen (34% van de dieren) en Antwerpen (27%). De gemiddelde bedrijfsomvang toont aan dat de bedrijven opmerkelijk grootschaliger zijn in Antwerpen dan in de rest van België.

Ook bedrijven die braadkippen houden, worden grootschaliger. In 2009 zaten er gemiddeld 31.000 kippen op een bedrijf. Ongeveer 70 procent van de braadkippen wordt geproduceerd op bedrijven met meer dan 30.000 stuks. Het aantal bedrijven is gedaald tot 550 in 2009. Zij hebben de technische resultaten van de sector flink verbeterd want de dagelijkse groei van een braadkip is in tien jaar tijd verbeterd van 49 gram naar 62 gram per dag. In totaal telde de braadkippenstapel toen circa 20 miljoen dieren.

Vlaanderen vertegenwoordigt 83 procent van de totale braadkippenproductie, met West-Vlaanderen en Antwerpen als koptrekkers. Net zoals bij de leghennen zijn in Antwerpen de braadkippen verdeeld over minder bedrijven dan in West-Vlaanderen. Concentratie en schaalvergroting doet zich ook voor bij de volgende schakel in de keten. In 2010 werd 92 procent van de braadkippen geslacht in negen slachthuizen. De zelfvoorzieningsgraad voor kippenvlees is in ons land gedaald van 167 procent in 2004 naar een bescheiden overschot van 117 procent in 2009.

Meer info: VEPEK-overzicht pluimvee- en konijnenhouderij

Bron: eigen verslaggeving/Boer&Tuinder

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek