"Oost-Vlaams witloof even goed als dat van Brabant"
nieuwsEen vakjury onderzocht 45 genummerde stalen van evenveel witlooftelers uit heel Vlaanderen. De stalen werden gekeurd op uitzicht, kleur, pitlengte en nog een rist andere kwaliteitscriteria. Eén staal haalde 97 procent van de punten en dat bleek na bekendmaking van de resultaten afkomstig te zijn uit de kwekerij van Henri Van De Slijke.
"Daarmee is duidelijk gebleken dat het Oost-Vlaamse witloof, en specifiek dat uit de regio Sint-Lievens-Houtem, best kan concurreren met het bekende Brabantse witloof", zegt de tevreden winnaar. "Tweemaal na elkaar de eerste prijs kan geen toeval zijn". Henri Van De Slijke stamt overigens uit een familie van bekende witloofkwekers. "Letterhoutemnaar Jantje Witloof, die begin vorige eeuw de kweek in onze streek introduceerde, was de broer van mijn grootmoeder", verduidelijkt Van De Slijke. "Mijn grootvader teelde zijn eerste eigen witloof in 1920. Later startten mijn vader Clement en mijn oom Charel een gezamenlijke witloofkwekerij in Morelgem, de Vlierzeelse wijk die nu nog altijd het regionaal centrum is van de teelt".
In de loop der jaren werd de zaak opgesplitst en in 1984 nam Henri de zaak van zijn vader over. "Aanvankelijk zette ik de grondteelt voort, maar na verloop van tijd schakelde ik over op de minder arbeidsintensieve waterteelt. Sommigen beweren dat grondwitloof een sterkere smaak heeft dan watergeteeld witloof, maar daar geloof ik niets van. De smaak wordt volledig geleverd door de witloofwortel en die wordt altijd in de grond gekweekt. Als de wortel geoogst is, maakt het niet meer uit of het witloof groeit op een wortel die in de grond staat of in het water".
Henri Van De Slijke kweekt zijn wortels op akkers in Vlierzele en Zonnegem, waar inwoners het soms hebben over 'het witte goud' dat daaruit voortkomt. "Witloof werd hier vroeger inderdaad het witte goud genoemd", lacht de kweker. "Omdat het een witgele kleur heeft en omdat het welstand bracht in de regio. Tot de jaren tachtig was er goed geld mee te verdienen, maar de jongste jaren ging dat snel bergaf".
Door concurrentie uit Frankrijk en Nederland staan de prijzen onder druk en door de fel gestegen energieprijzen komen de Vlaamse kwekers nog nauwelijks uit de kosten. "Veel telers geven daarom de voorkeur aan kwantiteit in plaats van aan kwaliteit. Maar zelf volg ik die tendens niet. Elk bakje witloof dat hier buitengaat, moet van topkwaliteit zijn".(KS)
Bron: Het Nieuwsblad